66 stonden naast elkaar even ten noorden van het huis op de hoek van de Mr. Joostenlaan, waarvan zij slechts door één tussenliggend perceel gescheiden waren. Tot het bezit van Hope behoorde verder nog een grote „moes- en broeituin" met koetshuis en stalling erop, staande en gelegen aan de noordzijde van de Twijnderslaan, belend ten westen de Mr. Joostenlaan en ten noorden de in het Spaarne uitmondende Esschilderssloot, oorspronkelijk Elsie Schilder's sloot geheten naar de toenmalige eigenares van die sloot. Op 21 October 1808 heeft de familie Hope het lustverblijf Welgelegen, in de overdrachtsakte nog aangeduid met de wel zeer bescheiden betiteling van „hofstede", met nog 19 andere percelen voor de som van 300.000,overgedragen aan Lodewijk Napoleon, Koning van Holland. Lodewijk Napoleon, die de enigszins burgelijke benaming „hofstede" inmiddels vervangen had door „paviljoen", breidde dit bezit nog verder uit. In 1809 kocht hij, ter ver groting van de tuin van het paviljoen Welgelegen, een stuk land genaamd de Baan (het latere Frederikspark) alsmede een vijftal aan de zuidzijde daarvan gelegen pleziertuinen, waaronder „Plein en Baanzicht" en „Overbaan". De koop som van de Baan bedroeg 6.000,die van de vijf plezier tuinen samen ƒ17.550, Teneinde de op de Baan aangelegde tuin te doen aansluiten bij de tuin van het Paviljoen liet Lodewijk Napoleon de op stallen van de door hem gekochte pleziertuinen aan de zuid zijde van de Baan afbreken tegelijk met die, welke door Hope op de door hem gekochte pleziertuinen nog in stand waren gelaten. De weg, aangelegd langs de noordzijde van de met de Baan vergrote Paviljoenstuin de Baan was tevoren slechts door een sloot gescheiden van de tuinen aan de noordzijde daarvan kreeg nu de naam van Paviljoenslaan, gelijk ook op de plattegrond van Haarlem van F. J. Nautz (1822) is aangegeven Later is deze naam overgegaan op de laan die langs de zuid zijde van het Paviljoen loopt. Van de stad Haarlem verkreeg Lodewijk Napoleon op

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1962 | | pagina 68