67
17 november 1809 de eigendom van het gedeelte grond van de
Kleine Houtweg gelegen tussen de tuin van Welgelegen en de
daar tegenover liggende, mede aan hem toebehorende tuinen
aan de oostzijde van de Kleine Houtweg.
Een ongestoorde communicatie tussen het Paviljoen Wel-
gelegn en de tuinen aan het Spaarne was verkregen door de
bouw van een houten luchtbrug of „overloop" over de Kleine
Houtweg. Aan beide zijden was de toegang tot deze lucht
brug gevormd door een oplopende verhoging van het er voor
liggende terrein. In de Paviljoenstuin is de plaats van deze
ophoging, vlak naast het nog bestaande inrijhek van de voor
malige Zuider Krommelaan, thans nog duidelijk te herkennen
zij het dan ook, dat deze ophoging door latere egalisatie en
het wegnemen van een daaronder aanwezige ijskelder be
langrijk lager is geworden.
Op 13 mei 1810, kort voor zijn vertrek uit ons land, gaf
Lodewijk Napoleon ook aan de tuinen aan het Spaarne nog
een belangrijke uitbreiding door de aankoop voor de som van
ƒ27.600,van de ten zuiden aan deze eigendommen gren
zende, op de Kamperlaan uitkomende buitenplaats „Vlied-
zorg", die slechts door een sloot gescheiden was van de in
1807 door Hope gekochte buitenplaats „Zorgvliet".
Op 1 juli 1810 tekende Lodewijk Napoleon op het Paviljoen
Welgelegen de akte waarbij hij afstand deed van de regering.
9 juli 1810 werd Holland bij Frankrijk ingelijfd en bij decreet
van 10 oktober 1811 verklaarde Napoleon het Paviljoen
Welgelegen te behoren tot de domeinen van de Franse Kroon.
Bij de herwinning onzer onafhankelijkheid werd het
Paviljoen met zijn uitgestrekte oppervlakte aan tuinen eigen
dom van de Staat der Nederlanden als achtergelaten bezit
ting der overwonnenen. Het Paviljoen, dat tijdens de inlijving
bij Frankrijk onbewoond was gebleven, werd bij Souvereitr
besluit van 14 juni 1814 opgedragen aan de Prinses Douairière
van Oranje Nassau, Prinses Frederika Sophia Wilhelmina,
sedert 1806 weduwe van Stadhouder Willem V, om levens
lang door Haar in vruchtgebruik te worden bezeten.