93
Van de beide andere vaandrigs, die ter rechterzijde zijn
afgebeeld, moet één Johan van der Meyde zijn, de omstreeks
acht jaar jongere broeder van de luitenant Aelbert van der
Meyde. Wanneer men nu de gelaatstrekken vergelijkt, dan
valt de keus op de achterste van deze beide vaandrigs, die
bovendien in tegenstelling tot de voorste de indruk maakt
jonger te zijn dan de zittende Aelbert van der Meyde.
De voorste vaandrig ter rechterzijde is dan Claes Huygensz.
Gael.
Ondanks een grondig onderzoek, dat de Heer M. Thierry
de Bye Dolleman zo vriendelijk was in te stellen, is niet duide
lijk geworden wie de op het stuk afgebeelde doelenknecht is.
Het lijkt niettemin van belang om in het kort vast te leggen
wat aan het licht is gekomen over de functionarissen, die door
de overheid belast waren met de materiële zorg voor de
schutterij 4.
De St. Joris- en Cluveniersdoelen zijn, nadat de eerstge
noemde corporatie bij de stadsbrand van 1576 haar gebouw
aan de Ramen had verloren, tijdelijk samengevoegd tot een
gecombineerde schutterij, die bijeenkwam in het thans nog
bestaande gebouw in de Gasthuisstraat, van oudsher de oefen
plaats van de Cluveniers. Ook de bezittingen waren bijeen
gebracht, want er treedt omstreeks deze tijd een ontvanger
der inkomsten en pachten der schutterij op, die nadat de
St. Jorisschutters in 1593 het vroegere St. Michielsklooster
bij de Grote Houtpoort (thans Proveniershuis) hadden ver
kregen, aan ieder van beide corporaties jaarlijks de helft der
gezamenlijke inkomsten uitkeert. Na het overlijden van deze
functionaris, Pieter Cornelisz. Ban, in 1600 is dit geldelijk
beheer blijkbaar overgedragen aan de doelenknecht, later ook
aangeduid als kastelein of als doelmeester, van de St. Joris-
doelen, zijnde de oudste van de beide corporaties.
Bij de St. Jorisdoelen is sedert 1593 als doelenknecht van
1600 af ook optredend als ontvanger in dienst Hendrick
Lambertsz., die na zijn overlijden in 1624 in beide functie's
wordt opgevolgd door zijn schoonzoon Arent Jacobsz. Koets,
f maart 1635.