50
afscheidingen aan weerszijden door pilaren gesteund worden.
De verbinding tussen beide afgebroken gewelven is onder
houden door een kleiner gewelf, een soort driehoekig dakje,
ongeveer ter grootte van het middenstuk in het plafond van
het schip van de kerk. Dit dakje was nodig, omdat men toen
nog niet met platte daken wist te werken in ons zo regen
achtige klimaat.
Ook werd bij deze verbouwing de preekstoel verplaatst naar
het westeinde, zodat de predikant voortaan vrijwel van alle
plaatsen in de kerk goed te zien en te horen zou zijn. Hoe de
kerk toen geworden is, geven een drietal gekleurde tekeningen
aan, welke thans nog hangen in het z.g.n. telkamertje of
Lutherse Kerk, 18de eeuw. Interieur naar het oosten, met orgel