59
Van de drie dochters zou Janette in 1636 huwen met Cor
nells Ormea, die te Haarlem eerst bediende van de Bank van
Lening geweest was.
Cornelis Ormea stamde zelf als tweede zoon van Scipio
Ormea, tafelhouder te Den Briel, uit een aanzienlijk geslacht
van Lombarden. In 1642 kocht hij voor f28000.het derde
part in het Haarlemse octrooi. Hij maakte veel winst, want
uit allerlei notariële acten blijkt, hoe hij zijn clientèle het
vel over de oren wist te halen. De gebruikelijke rente was
33% 's jaars.
Het is dan ook geen wonder, dat wij in zijn boedelscheiding,
naast drie huizen op de Oude Gracht, één op de Grote Markt
(de tegenwoordige Hoofdwacht), een herenhuis met boeren
woning in De Rijp en de Voorkoekoek die hij in 1652 had
teruggekocht, niet minder dan 122 obligaties tot een gezamen
lijke waarde van f250.000,vinden. Zijn octrooi werd
echter reeds in 1659 voor f87.000,afgekocht, zodat toen
zijn rijkste bron van inkomsten was afgesneden.
Nu komen wij toe aan het volgende punt van ons onder
zoek: de geschiedenis van het gebouw in de Kleine Hout
straat, voordat het in 1617 Bank van Lening werd. Laten
wij zien hoe verre wij terug kunnen komen aan de hand van de
transportregisters. In hetzelfde jaar, waarin zij het verkochten,
hadden Pieter Henricsz. en Barent Roelofsz. het op 4 februari
gekocht van Griete Claes Boelendr.19, die het op haar beurt
verworven had van burgemeester Maerten Ruychaver.
Het huis strekte zich op dat moment nog uit van de Gortesteeg
tot de Oude Gracht, doch op 10 mei 1617 deden zij het aan
de Oude Gracht grenzende deel, nu een kruidenierswinkel,
over aan de schilder Frans Pietersz. Grebber en Cornelis
Gerritsz. Quaeckel 20. Als verdere belending wordt opgegeven
,,het huis van Pater Lauwerensz. za.". Zou zo het verhaal
over het „priesterkamertje" in de Bank van Lening in de
wereld gekomen zijn?
Al is het nu erg vervallen, toch is het nog steeds een indruk
wekkend gebouw, dat in overeenstemming geweest moet zijn
met de maatschappelijke positie van de bewoners. Maerten