106 omtrent allerlei culturele vragen met betrekking tot die periode. Het is een van die rijmen die ons een blik gunt op zijn liefde voor dieren, gewijd als het is aan Snap, zijn jarenlange trouwe herdershond die op straat voor zijn ogen werd dood gereden. Hij droeg het dode dier toen zelf in zijn armen huis waarts. Onze leraar-vriend „Nolst" was niet bepaald een figuur die hoog wegliep met de voortschrijding van de techniek. De in zijn tijd opgekomen auto's hadden zijn liefde niet, hij was er bang voor. Hij was verzot op wandelingen op buitenwegen maar als hem daar een auto tegemoet kwam ging hij, als het enigszins kon, achter een boom staan. De gedachte dat zijn leven afhankelijk was van de bestuurzekerheid van zo'n automobi list kon hij maar moeilijk verdragen. Gelukkig waren er in die vroegere tijd niet veel auto's en wel veel bomen. Ik zou dit verhaal zelf nooit geloofd hebben als hij me deze bijzonderheid zo omstreeks 1908 tijdens een schoolreisje, niet zelf verteld had. Als besluit een weergave van Trenité's opvatting omtrent de praktische waarde van het onderwijs voor de mens. Van alles wat we leren om in het leven naar behoren te slagen is het belangrijkste, aldus was zijn mening, dat wij goed en beschaafd in onze eigen taal leren spreken, onze gedachten dus goed onder woorden weten te brengen. Dan volgt in be langrijkheid dat wij datzelfde ook schriftelijk kunnen doen. Daarna komt er een hele tijd niets en dan volgen alle andere gebieden van het weten. Dr. H. Brongersma Wat was die oude school in de Jacobijnestraat in zijn diep ste wezen een totaal andere onderwijsinrichting dan de H.B.S.sen en soortgelijke scholen uit latere jaren. Alleen al haar directeur, Dr. H. Brongersma die in de jaren vlak na de eeuwwisseling in zijn allerlaatste vóór-pensioneringsjaren werkzaam was, verschilde zowel uiterlijk als innerlijk hemels breed van alles wat als leerkrachten na hem is gekomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1964 | | pagina 108