108
Uiterlijk misschien nog wel het meeste, omdat zijn directe
opvolger, Ir. Van Mourik Broekman innerlijk toch veel ge
lijkenis met hem vertoonde. Dr. Brongersma zag de H.B.S.
(zonder A of B, er was in die tijd maar een soort, de wiskunde
H.B.S.) die als vóór-academische school alleen maar voor
z.g. exacte wetenschappen (voornamelijk Delft) opleidde,
als een uiterst aanzienlijk, hoogst eerbiedwaardig leerinstituut.
Dat moet wel zo geweest zijn omdat anders de exclusieve
zwart-wit uitvoering van zijn kleding, niet een beetje afge
trapt armoedig zoals een enkele van de voor-mijn-tijdse
leraren dat nog wel eens konden vertonen, maar onberispelijk
en voornaam, met zwarte geklede jas en zwarte das op hard
en steil wit boordje alsmede hoge zijden hoed, niet te verklaren
zouden zijn geweest.
Dat die hoge hoed in de school dienst deed als prestige-
versterker moge blijken uit het feit dat onze onvolprezen
„baas" ook z.g. kaasbolletjes bezat en droeg, echter alleen
buiten de school op wandelingen in de stad of buiten.
Dr. Brongersma heerste in zijn schooldomein met patriar
chale waardigheid, hij leek veel meer baas dan tegenwoordige
directeuren, bedisselde meer en reprimandeerde leraren
zowel als leerlingen als dat zo te pas kwam. De meer dan
middelmatig lange grijsaard met zilverwit, slechts in geringe
mate gedund hoofdhaar en dito fraai beknipte snor, licht
voorover gebogen, was voor ons knaapjes, de verpersoon
lijking van het respect inboezemend gezag. De „baas",
zeiden wij, onder elkaar over hem pratend.
Hij was de typische baas van de oude wiskunde-H.B.S.,
een vrijwel loutere wiskunde-man die begon met ons te ver
tellen dat men zich vraagstukken als 2 X 2 is 4 nog in de
verbeelding als juist kon voorstellen en dat je daaruit verder
de hele wiskunde door nadenken en cijferen min of meer zelf
kon opbouwen en afleiden.
Er wordt wel eens de indruk gewekt alsof de directeur van
een middelbare school het bestuur voert over alles wat met
die school samenhangt met uitzondering van het corps van
leraren. Een bijzondere uitlegging van het wettelijke principe