113 Studie-waardemeting in cijfers Een van de wonderlijkste dingen op die oude H.B.S. van omstreeks 1900 was het cijfersysteem. Onze prestaties op studiegebied waren bedoeld gewaardeerd te worden met cijfers van 1 tot 10. De manier waarop dat in de praktijk werd toegepast is voor ons altijd een raadsel gebleven. Het was op zichzelf al vreemd genoeg dat het aan elk van de leraren blijkbaar vergund was die cijfergeverij individueel te interpreteren. Volgens de praktijk had de tabel evengoed van b.v. 2 tot 8 kunnen lopen, omdat de 1 en de 10 vrijwel nooit en de 9 niet anders dan uiterst zelden werden toegekend. De cijfers hadden allemaal hogere waarde dan tegenwoordig met als middelpunt de 5. Dat cijfer stond omschreven als „evenvoldoende" maar zo even was die voldoendheid niet of vijf-min kon er ook nog mee door. Zo'n vijf-min begon echter wel ongunstige invloed te krijgen in combinatie met vieren en drieën, dan bleek het een cijfer op de wip en dat was de gewone ongeschonden vijf nog met. Een candidaat voor het eindexamen (het zal wel nooit zijn voorgekomen) met niets dan vijven, zou voor dat examen geslaagd zijn. Dr. H. J. Calkoen De moeilijkst voor ons begrijpbare leraar op het stuk van cijfers was Dr. H. J. Calkoen, die ons in de geheimenissen van de natuurlijke historie rondloodste. Voor zijn vak, dat wij als „natte his" aanduidden, gaf hij praktisch maar vier cijfers, n.l. van 4 tot en met 7. Wie alle vragen op een repe titie-werk z.g. „goed" had en dus geen enkele fout had ge maakt, kreeg een zeven. Gedurende mijn gehele schooltijd, van de eerste tot de vijfde klasse, was er altijd wel weer eens een leerling, meestal een nieuweling, die, onbekend met 's heren Calkoens hebbelijkheden op cijfergebied, in zo'n geval protesteerde en altijd weer was de reactie van onze natte-his-man dezelfde. Een doodverbaasd gezicht, een ge luid dat op gehinnik leek en een schamper informeren of de vrager niet tevreden was, alles in zo'n „off-hand way dat deze laatste maar zweeg en in zijn schulp kroop.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1964 | | pagina 115