124 vakken in dien zin dat zij humoristisch opgevat kunnen worden. Wie er iets van begrijpt, wordt erdoor geboeid, ook als hij schooljongen is, en heeft dan geen behoefte aan grapjes. Daaivoor, voor die grapjes, hadden de wiskunde-mannen, Brongersma en Broekman, ook vrijwel geen aanleg, hun lessen gingen doodernstig maar zulks ook op een volkomen ongefor ceerde manier die niet als een last op ons drukte of ons verveelde. Voor wie niet of slechts zeer moeilijk konden meekomen, moeten die lessen uren van grote inspanning zijn geweest. Er waren erbij die op school over de hele lijn van vakken soms moedwillig slecht waren en wien het aan te zien was, dat zij met een of twee jaren de HBS toch zouden verlaten,' maar als zij overigens goed en soms zeer goed meekwamen, vond de wiskunde-man dat natuurlijk zonde. Maar dan stonden ze ook eeuwig voor het bord en ik weet nog dat ik het een nadeel vond bij alle wiskunde-leraren dat soms een heel uur verloren ging om één of twee klasgenoten iets te doen begrijpen dat voor alle anderen gesneden koek was. Zo ben ik een deel van de H.B.S.-periode doorgetrokken met een jon gen eneen meisje die eigenlijk voortdurend door „in reparatie" waren en die aan het slot toch allebei nog zakten voor het eind examen. Bij zulke gevallen komt de hierboven reeds vermelde vijf-percents-regel van Broekman weer in de gedachten. Broekman was, geloof ik, fysiek niet zo sterk als de kern gezonde Fries die zijn voorganger was, maar er ging toch een bijzondere kracht van doceren van hem uit. Als H.B.S.- directeur is hij later natuurlijk een Haarlemmer van betekenis geworden, het was in zijn tijd ook altijd nog de enige H.B.S. al was er ook inmiddels een handelsschool bijgekomen waar heen ook enkele H.B.S.-leraren verhuisd waren. Vertoon in het openbaar was overigens niets voor hem, ik meen dat er buiten de Rotary niet veel was waaraan hij meedeed. Bij de directeurswissehng waren er enkele op vermoedens berustende gissingen in omloop. Zo heette het op een moment onder de scholieren als zou onderdirecteur Zuidema tegen de wens van Dr. Brongersma meegesolliciteerd hebben. Er zal wel met veel van waar geweest zijn, Zuidema's

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1964 | | pagina 126