134 Door de kleine klassebezetting kregen we veel overhoor- beurten, daardoor en helemaal door die kleine bezetting wist elke leraar met zekerheid wat hij aan iedere leerling had. Als leerling kon men in die proefweek ook wel een heel kwartaal goed maken. Dat was hard werken maar voor wie echt goed kon leren, ging het. Zelfs het eindexamen kon je op die manier in een veilige haven loodsen. Tenzij een leerling lang ziek ge weest was of zo, werden bijlessen altijd door directeur en leraren afgeraden. Dr. Gustaaf de Vries Een markante figuur die jarenlang met grote ziekte onderbrekingen leraar in de wiskunde-vakken is geweest. Als leraar kende ik hem niet, als muziek-dilettant, met name formidabel als amateur-pianist, een interessante verschijning. Na zijn dood zwierven er nog lang dikke bundels, alleen maar onvervalste klassieke muziek bij enkele Haarlemse boeken- antiquairs rond, in keurig schrift met zijn naam gemerkt. Moeten we zijn leerlingen uit die tijd geloven dan was Gustaaf de Vries een wiskunde-leraar voor de zeer knappe leerlingen in dat vak. Hij was, zo luidde dan het als een le gende klinkende, kennelijk wel een beetje van zwakke broe ders afkomstige verhaal, zelf zo geleerd, dat hij zich niet kon voorstellen dat er mensen bestonden die de wiskunde niet kunnen vatten. Dat maakte, aldus die broeders, zijn uit leggingen summier. Zo gezegd een leraar voor Van Mourik Broekmans befaamde vijf procent. De geleerde man was veel door ziekte absent en de „summiere uitleggingen" vinden hierin misschien de verklaring. De leraar in rechtlijnig en handtekenen van die dagen heet te eveneens De Vries en wel Herman J. de Vries. Ter onder scheiding spraken wij altijd over Herman J. tout court en van Gustaaf de Vries voluit, maar nog liever werd deze laatste door ons aangeduid door zijn bijnaam, de Bauk. Het is voor een oningewijde niet zo gemakkelijk na te speuren hoe wij aan die vreemde naam kwamen, maar het zal veel verduidelijken als hij er zich rekenschap van geeft dat Gustaaf

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1964 | | pagina 136