140 geven was hij misschien wel op zijn best, dan liep hij met een opgewekt gezicht meestal te zingen, vrolijke, geestige chansons of aria's uit zijn geliefde Offenbachjes, La fille du Tambour- major, La belle Hélène, Orphé aux Enfers, La jolie Parfu- meuse, hij kende ze allemaal. Dan stond zijn hoofd naar grapjes, zoals hij eens terzijde tegen mij zei, toen hij een klasse deur voor me ontsloot en met de sleutels rammelde: „Ce n'est pas l'argent qui fait le bonheur, monsieur, c'est l'or"! Die vrolijke stemming kreeg hij meestal ook weer, als hij de eerste, altijd enigszins ernstige helft van het lesuur ietwat chagrijnig had doorgeworsteld en aan de vertel-afdeling was begonnen. Pauw bezat drie dochters, de oudste en naar ik meen ook de middelste daarvan waren al getrouwd en dus buiten ons bereik en beoordelingsvermogen, de jongste echter, althans enigszins in de buurt van onze leeftijd, hielden wij, halfwassen knapen, voor een grote schoonheid. Ik kan me niet meer herinneren of ze dat ook inderdaad was, het staat echter wel vast dat, als een van ons haar op straat had gezien, hij nooit verzuimde vader Pauw daarvan op de hoogte te stellen. Op de een of andere manier waren wij achter de verjaardag datum van de schone Lilie Pauw zal het zelf wel in een onbewaakt ogenblik hebben uitgeflapt gekomen en als die feestdag daar was, vonden we de trotse vader meestal wel bereid een van ons te laten uitgaan om voor een gulden taartjes te halen. Voor dat bedrag kreeg je in die dagen 34 stuks van dat gebak, assorti, tegen in deze tijd nog niet eens drie. Alles was toen, in vergelijking met nu, onwaarschijnlijk goedkoop. Pauws toneelspeelkunst kwam hem wel eens te stade om zich uit een pénible situatie te redden. Toen hij ter demon stratie van een scène uit een toneelstuk eens boven op zijn tafel was gaan staan, ging plotseling de deur open en vertoonde zich de waardige verschijning van directeur Dr. Brongersma. Het toeval wilde dat de zwevende gasarm voor de verlichting vlak in de buurt van Pauws hoofd was en deze, geen ogenblik uit het veld geslagen, brak zijn toneeltekst subietelijk af,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1964 | | pagina 142