MR. FRANS VAN DER GOOT
22 December 1889 6 September 1964.
Frans van der Goot stamde uit een oud dopers geslacht.
Zijn grootvader was een der „leraren" van de Verenigde
Doopsgezinde Gemeente te Amsterdam; zijn vader studeerde
theologie aan de Universiteit van Amsterdam en aan de
Kweekschool der Algemene Doopsgezinde Sociëteit aldaar,
doch werd merkwaardigerwijze na zijn proponents-examen
journalist. Later was deze een bekend en zeer gewaardeerd
redacteur voor het buitenlands nieuws bij het „Nieuws van
den Dag", destijds een liberaal dagblad van formaat. De
stylistische gaven, welke Frans van der Goot ontegenzeggelijk
had, zal hij vermoedelijk van zijn vader hebben geërfd.
Hij groeide op in het gezin zijner ouders, beiden van Friese
afkomst, als derde van vier kinderen. Na het Barlaeus-
Gymnasium te hebben afgelopen en door den doop te zijn
toegetreden tot de Verenigde Doopsgezinde Gemeente te
Amsterdam kwam hij in 1909 aan als student in de rechten
aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn loopbaan in het
A.S.C. bewijst, dat hij niet alleen een algemeen geziene
figuur was, doch tevens een student met kwaliteiten: achter
eenvolgens was hij praeses der Almanakredactie, praeses van
de Sociëteit en Rector van het A.S.C. Hij moet reeds toen
een goed spreker zijn geweest, wat hem later in zijn advo
catenpraktijk zeer te stade is gekomen. Dat hij onder de
studenten een beminde figuur was behoeft niet te verbazen,
want er ging niet alleen van zijn persoon een grote charme
uit, doch men voelde al spoedig nadat men hem had leren
kennen, dat hij een nobel mens was met een warm en gevoelig
hart. Dit alles maakte hem als het ware geknipt voor het
beroep van advocaat en zo liet hij zich al spoedig na het einde
van zijn studie inschrijven als advocaat en procureur bij de
Haarlemse balie. Hij kwam op een der eerste advocaten
kantoren van Haarlem, dat van wijlen Mr. W. P. Vis, den
stadsadvocaat der Gemeente.