28 de Doopsgezinde Gemeente van Haarlem en verschillende harer organisaties heeft verricht. Dat was veel, want meer dan 39 jaren is hij lid geweest van den zgn. Groten Kerkeraad en vele malen heeft hij zich, telkens voor vier jaren, laten herbenoemen tot lid van den Dienenden Kerkeraad. Van het Weeshuis der Doopsgezinden is hij lange jaren Regent en Secretaris geweest evenals van het Doopsgezinde Rusthuis Spaar en Hout. En last not least hij was een trouw be zoeker van onze godsdienstoefeningen. Na den onverwachten dood zijner vrouw begin 1955 is zijn leven zeer eenzaam geworden, te meer nog toen zijn kinderen zich alle vier achtereenvolgens in het buitenland hadden gevestigd. Doch hij klaagde niet en bleef, in zijn gelukkige herinneringen levend, de hartelijk meelevende vader en groot vader van zijn kinderen en kleinkinderen. De gevolgen van twee aanrijdingen, welke hij op zijn fiets rijdend in den loop van een paar jaren had en welke hem telkenmale een zware hersenschudding bezorgden, hebben hem lichamelijk ongetwijfeld veel kwaad gedaan en zijn dood verhaast. Op 6 September 1964 kwam voor hem in het Eli- sabeths-Gasthuis het einde. Met zijn dood is een rijk leven afgesloten. Wij staren hem met weemoed in het hart na op hem toepasselijk verklarend de woorden, welke Shakespeare van een zijner helden doet zeggen„His life was gentle", doch tevens„This was a man C. E. Muller

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1964 | | pagina 30