36
doelde huizinge op de hierna te noemen eigenaars, Jan Jansz.
Verwer en zijn echtgenote, zijn gevonden, zal wel geweten
moeten worden aan de onvolledigheid van deze registers
tijdens de Spaanse troebelen, vooral in de periode na het be
leg van Haarlem in 1572/3.
Dat deze huizinge eeuwen lang hetzelfde huis zou zijn ge
bleven zonder dat daaraan aanzienlijke verbouwingen hebben
plaats gevonden, is onwaarschijnlijk, maar moeilijk na te gaan.
Er bestaan geen afbeeldingen voordat het in 1871 tot Post
kantoor werd ingericht en ook die afbeelding betreft slechts
een klein gedeelte van de voorgevel. In de bestaande registers
van de „nieuwe getimmerten" van de 17de en 18de eeuw is
niets over verbouwingen van dit pand te vinden, maar daar
deze registers onvolledig zijn, is daaruit nog niet af te leiden,
dat het sedert 1594 uit welk jaar het eerst een transportakte
van dit huis achterhaald is nooit is afgebroken en door een
nieuw, modern huis vervangen. Ook is het wel mogelijk, dat
bij een dergelijke nieuwbouw het huis vergroot is of dat twee
panden tot één groot huis zijn gemaakt, maar eerst in de
hierna te noemen transportakte van 1760 wordt over een
„dubbelhuis" gesproken.
Om op bovengenoemd eerst bekende transport terug te
komen, op 19 september 1594 2 hebben de kinderen en erf
genamen van Jan Jansz. Verwer en Margriete Claes Lotsen-
dochter (Gael) aan Otto Vogel van Amstelredamme op
gedragen een huizinge en erve in de Smedestraat, belend ten
noorden de huizinge van Claes Claesz. backer en de scheids
muur van Hendrick Stuver, ten zuiden de erven van voor
noemde Margriete Claes Lotsendr., nu Alijt Jacobsdr., met
Frederick Dominicus backer, strekkende achter aan Jhr.
Aelbert van Schagen en gedeeltelijk aan de Proostdij, als
mede een schuur of stal met kamer en erf in de St. Janssteeg
of Wijngaardstraat, belend ten oosten Jhr. Aelbert van Scha
gen, ten westen Frans Hugen wever, achter de voornoemde
huizinge als ook de put en de muur van Jhr. Aelbert van
Schagen, voor 6000,gld. De voorwaarden behelsden allerlei
bepalingen over de scheidsmuren en de belemmering der