46
In de koop waren niet begrepen „de plank met de consolles
voor de schoorsteen in de eetzaal, de blakers en girandolles
voor alle schoorsteenen, de tuyncieraden en verders alle
meubilaire goederen, schoon aard- of nagelvast bevonden
werdende". Tegelijk met deze huizinge c.a. werd ook het
huisje aan de westzijde van de Smedestraat (C 942) verkocht,
zijnde het tweede huis van de hoek van de Barteljorisstraat;
eigenaar hiervan werd Mr. Remees Floris van Zanen.
Mr. Pieter van Schuylenburch (17141764) was uit
's Gravenhage geboortig, maar zijn vader, Mr. Jan van
Schuylenburch, raad en griffier der domeinen van de Prinsen
van Oranje, was reeds in 1719 te Haarlem in de regering ge
komen, eerst als schepen en in 1721 als lid van de Vroedschap,
om op het laatst van zijn leven ook en ge malen het burge
meestersambt te bekleden. Aan de familie van zijn moeder,
vrouwe Cornelia Jacoba Kemp van Moermont, had Mr.
Pieter zijn heerlijkheid te danken. Zelf huwde hij op 9 juli
1743 te 's Gravenhage (ondertrouw te Haarlem 23 juni) met
Maria Magteld van Sypesteyn, jongedochter van Haarlem,
wier vader, Cornelis Ascanius van Sypesteyn, eveneens een
aanzienlijke bewindsman in deze stad was (schepen, vroed
schap en burgemeester). In hetzelfde jaar (1743) begon ook
Mr. Pieter zijn ambtelijke loopbaan als schepen en als lid
van de Vroedschap van Haarlem33; van 17491751 was
hij thesaurier der stad, enige malen gecommitteerde ter dag
vaart en in de jaren 1761 en 1762 burgemeester. Hij overleed
1 april 1764 en werd op 7 april d.a.v. in de Grote Kerk be
graven in het dubbelgraf, Zuidertrans nrs. 33 en 34, waarin
ook zijn ouders, beiden in 1735, bijgezet waren.
Zijn weduwe, vrouwe Maria Magteld van Sypesteyn, die
krachtens hun mutueel testament van 6 juni 1762, gepasseerd
voor notaris Nicolaas Gallé 34, zijn erfgenaam was geworden,
hertrouwde op 9/23 augustus 1767 met Mr. David van Len-
nep, toenmaals bezitter van het mooie patriciërhuis, thans
Kruisstraat 45 35. Hij was als eerste van zijn geslacht lid van de
Haarlemse Vroedschap, maar heeft met deze zijn derde echt
genote meestal gewoond op het „Huis te Manpad" onder