52 hoge posten geroepen, al heeft de Franse tijd zijn loopbaan wel enigszins onderbroken. Vóór die tijd immers had hij reeds de eerste stappen op de regentenloopbaan gezet als Commissaris van de Kleine Bank van Justitie in 1783, '84, 1787, '88, maar in het laatste jaar bedankte hij voor deze post, vermoedelijk omdat de Prinsgezinden weer de overhand hadden gekregen. Een vurig patriot is hij echter ook niet geweest, want toen hij op 25 augustus 1796 door de gecommitteerden van de wijk vergadering gekozen werd tot lid van het Stadsbestuur, ver zocht hij om geëxcuseerd te worden, daar hij al majoor bij de Gewapende Burgermacht en lid van de Commissie van algemene administratie en discipline was en in deze functiën van meer nut voor de stad meende te kunnen zijn. Hij onder tekende zijn verzoekschrift met „toewensching van Heil en aanbod van Broederschap" 46. Het Stadsbestuur heeft hem daarop op 6 september d.a.v. van zijn lidmaatschap ont slagen. Ook het feit, dat hij een aantal wapenborden, welke bij de omwenteling van 1795 uit de Grote Kerk verwijderd waren, opkocht en naar zijn woning in de Smedestraat liet overbrengen, omdat hij het betreurde dat zoveel wapen schilden van aan zijn geslacht vermaagschapte personen wellicht ten vure gedoemd waren en vernietigd zouden worden 47, geeft al aan, dat hij niet voor honderd procent achter de idealen van de Franse revolutie aanliep. Iets anders was het echter, dat hij op 7 september 1804 be dankte voor het lidmaatschap van de Raad, waarin hij op 8 januari 1803 gekozen was. Zijn argument, dat zijn benoeming door het Departementaal bestuur van Holland tot schout en secretaris van Veisen hem zou beletten dit lidmaatschap, zowel als zijn functie van kerkmeester van de Nederduits Hervormde gemeente waar te nemen, klinkt redelijk4». Bovendien spreekt hij in zijn verzoek om ontslag waarderend over de tijd, dat hij aan de besprekingen in de Raad deelnam. Inderdaad was de Raad van deze jaren heel wat gematigder dan het Stadsbestuur van 1796. Het heeft tot het afwerpen van het Franse juk geduurd,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1964 | | pagina 54