53
voordat wij Mr. C. C. van Valkenburg weer in een stedelijke
functie te Haarlem terugzien. Op 28 december 1815 is hij in
de Raad benoemd en 6 januari 1816 werd hij één der drie
Burgemeesteren der stad, welke functie op 11 maart 1824
veranderd werd in Wethouder, aangezien sedert die tijd het
dagelijks bestuur der stad gevormd wordt door Burgemeester
en Wethouders.
Op 14 augustus 1814 had Cornelis Constantijn van Valken
burg zich reeds een andere functie verworven, want bij
Koninklijk Besluit van die datum werd hij benoemd tot
Directeur der Posterijen, een ambt dat in zijn familie niet
ongewoon was, want zijn vader, Mattheus Willem van Val
kenburg, was in 1727 al postmeester geworden. Alleen, daar
deze toen eerst 9 jaar oud was, zal dit wel een baantje zijn
geweest, waarvan hij alleen de inkomsten genoot en dat door
een ander werd waargenomen, zoals dat in de 18de eeuw in
regentenkringen gebruikelijk was.
Directeur der Posterijen was in 1814 echter een staats
betrekking en bestond daaruit, dat men een postkantoor bij
zich aan huis had. Vandaar ook dat het kantoor steeds ver
plaatst werd, als er een andere directeur kwam. Van Valken
burg beschikte evenwel over twee huizen naast elkaar in de
Smedestraat en heeft het ene (C 779, d.i. wijk VI 62) als
woonhuis gebruikt, het andere (C 778, d.i. wijk VI 63) als
postkantoor ingericht. In de Volkstellingsregisters van 1829
en 1839 komt wijk VI 63 voor als „postcomptoir" en wijk VI
62 als woonhuis van de directeur, C. C. van Valkenburg, en
zijn tweede echtgenote, Charlotte Jacoba barones van
Heeckeren, met wie hij op 14 juni 1813 te Zutphen gehuwd
was, en hun gezin. Na zijn overlijden op 26 januari 1847 is
het postkantoor overgebracht naar een perceel aan het Spaar-
ne (wijk II 29, d.i. Spaarne 46), daarna naar een dubbelpand
aan de zuidzijde van de Oude Groenmarkt, wijk III 695/6
(d.i. Oude Groenmarkt 20) 49. Zijn huizen in de Smedestraat,
door hem in 1789 verworven, als ook een huis in de Wijngaard
straat, dat hij in openbare veiling gekocht had op 23 december
1826, werden bij de akte van boedelscheiding van 5 januari