78
verfraaiing en versiering meer dan noodzakelijk. Daarom
kreeg F. Nicolas te Roermond opdracht, drie gebrandschil
derde ramen te vervaardigen. Het middelste raam stelde de
verrijzenis voor, in de beide andere waren de H. Franciscus
van Sales en St.-Gerardus op artistieke wijze uitgebeeld. Aan
Cuypers en Stoltzenberg werd de muurschildering toever
trouwd, terwijl het altaar, een eikenhouten baldakijn met
blauwgeschilderd gewelf waarop gouden sterren, een triomf
boog, eiken banken en verdere benodigdheden uit hun atelier
afkomstig waren. Gedurende een halve eeuw zijn aan deze
kapel geen veranderingen meer aangebracht.
Alvorens aandacht te schenken aan de 19de-eeuwse aan
bouw, welke eveneens onder het episcopaat van mgr. Wilmer
tot stand kwam, moge tot goed begrip een korte inleiding
voorafgaan.
Gelijk vroeger is medegedeeld, bevond zich ten westen van
het huis van mevr. De Raet-Muilman, de woning van de
weduwe Jan Dingeman. Beide percelen waren door een gang
met een poort van elkaar gescheiden. Nog tijdens het leven
van mevr. Dingeman had burgemeester Arent de Raet dit
aangrenzende huis gekocht. Toen bij de boedelscheiding in
1772 ook dit pand werd te gelde gemaakt, kwam het voor
de som van ƒ7.000,in bezit van Anna Jongemaats „meer
derjarig en ongehuwd". Na haar dood (8 januari 1796)
traden drie neven als erfgenamen op.
„Bij vriendelijke schikkingen en blinde lootingen" verwierf
Reinier Jongemaats, koopman in ijzerwaren te Hoorn,
tante's huis aan de Nieuwe Gracht. Waarschijnlijk had tante
haar woning finaal uitgewoond. Want bij de verkoop op 29
oktober 1811 betaalde de nieuwe eigenaar Joannes Beth,
rentenier, wonende in de Jansstraat, de luttele som van 640
gulden. Spoedig daarna werd het huis gesloopt. 28 augustus
1816 droeg Joannes Beth een erf, waarop tevoren een dubbel
huis had gestaan, gelegen aan de noordzijde van de Eerste