82 Hier had men in een donkere en vochtige hoek een kluis ge bouwd. Door deze uitbreiding werd het mogelijk aan het hoofdgebouw een waardiger bestemming te geven. De grote zaal of koepelkamer werd in het vervolg uitsluitend voor officiële recepties gebruikt, de zaal rechts in de hal voor meer zakelijke besprekingen. Omtrent de architectonische waarde van deze aanbouw bestaat groot verschil van mening. Sommigen spreken van een ernstige verstoring der symmetrie; anderen hebben er zelfs geen goed woord voor over en vergelijken het geheel met „een kind met een waterhoofd". Prof. Ir. M. J. Granpré Molière en de directeur bij de rijksdienst voor de monu mentenzorg, hoofd van de afdeling restauraties, ir. R. Meischke, waren zo vriendelijk hun oordeel over dit bouw- weik te geven. Beiden zijn van mening, dat het niet eenvoudig, zelfs moeilijk is een oordeel uit te spreken, vooral omdat volgens prof. Granpré Molière met twee maten kan worden gemeten. „Legt men de maatstaf aan van het gemiddelde van de panden aan de Nieuwe Gracht, dan behoort het tot de zwakke scheppingen. Maar het peil van dit stukje Haarlem ligt dan ook heel hoog. Legt men het pand in de rij van wat in ons vaderland in het laatste kwartaal van de vorige eeuw werd gesticht, dan steekt het nog vrij gunstig af. Is het evenwel een schepping van onze grote dr. Cuypers, dan mag men het zeker met tot zijn beter geslaagde scheppingen rekenen. Want de detaillering is bepaald niet fijn. Wel is de schaal en het rythme van de ramen goed èn op zich zelf èn in verhouding van het paleis. Maar de gekozen oplossing om het lagere pand aan het hogere paleis aan te sluiten met behulp van een smal bouwelement met spichtige topgevel is bepaald niet gelukkig. Het is ook een vreemd element in deze straatwand. Samen vattend zou ik dus willen zeggen, dat men zich bepaald niet behoeft te schamen over wat in dat zwakke ogenblik van onze architectuur en tot oplossing van een moeilijke aansluiting is bereikt". Ook ir. R. Meischke komt ongeveer tot dezelfde conclusie, als hij het volgende vaststelt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1964 | | pagina 84