97 invloed op het maatschappelijke leven had dat allemaal toen nog niet. Wij, jongens van de H.B.S. uit de eerste jaren van deze eeuw, gingen uiteraard volgens de toenmalige mode gekleed; met de ogen van deze tijd gezien, was dat ouderwets. Het streven was ons er uit te doen zien als jonge heertjes, de losse z.g. sportiviteit in de kleding was nog niet uitgevonden. Wij droegen beneden de 16 jaar lange zwarte kousen en hoge zwarte schoenen. Het costuum vertoonde nog wel enige variatie, de z.g. blouse werd al zeldzamer op die leeftijd, z.g. hesjes en Norfolk-pakjes namen voorlopig de plaats in, zij werden soms met een plat boordje gedragen en een wapperend dasje, daarbij behoorde een broekje met rechte pijpjes tot de knie of een pofbroek tot precies over de knie. Bij de zestien jarigen in de hogere klassen kwamen de echte herencostuums met lange rechte broeken zonder omgeslagen rand. Daarbij behoorden ook vesten die soms tot boven aan de hals gesloten waren om een stijf wit boordje, geen ruimte latend vaak voor zo iets als een das. In de hogere klassen waren vaak veel oudere leerlingen. Leeftijden boven de twintig en een min of meer begroeide bovenlip waren niet zeldzaam, het waren studentikoze jonge mannen met steile boorden met omgebogen punten, z.g. vadermoorders, van de jongere leraren soms niet te onder scheiden. De oudere meisjes hadden uitvoerige dikke haardossen, soms zelfs opgemaakt als bij oudere dames. Ook bij hen was de kleding natuurlijk helemaal zonder enige sportiviteit zoals wij dat nu kennen. De meisjes droegen ook nog wel eens keurige boezelaars, een soort dorps gebruik dat juist in die jaren al op z'n eind liep. Het bezoeken van een H.B.S. was toen nog niet zo algemeen of het gaf nog wel een beetje een soort aureool van geleerdheid. Wij hadden voor een lange ochtend niet zelden een vracht boeken en schriften nodig die veelal in een tas werden mee genomen. Wij vonden het echter ook wel ,,keiïg staan (het woord stoer gebruikten wij in die betekenis nog niet) die

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1964 | | pagina 99