JAARVERSLAG 1964
De voorwerpen, welke zoals in het verslag over 1963 ver
meld, door mevr. J-J. Tadema-de Breuk, overeenkomstig de
wens van haar overleden echtgenoot aan de vereniging Haer-
lem waren gelegateerd, verhuisden in het afgelopen jaar van
het zo bekende pand aan de Gedempte Oude Gracht naar
ons verenigingsgebouw. De bestuurskamer, waarin de fraaie
voorwerpen werden opgesteld, draagt thans de naam Tadema-
kamer.
De reeks van lezingen werd op 13 januari geopend met een
enthousiast betoog van ons lid Dingeman J. Korf over de
voorloper van het Delftse aardewerk de Nederlandse majolica.
In aansluiting op de in 1963 gehouden causerie vertelde de
heer A. M. Hulkenberg te Lisse op 10 februari over de ge
schiedenis van het kasteel Dever na 1628. De monumentale
beeldhouwkunst in Haarlem was het onderwerp van een
bijzonder interessante lezing van het bestuurslid Ir. H. A.
Breuning, welke ons op 21 mei tezamen bracht. Met een
causerie van Ir. J. D. M. Bardet, getiteld De IJzeren Spoor
weg 1839/1964 herdachten wij het feit, dat voor 125 jaar de
eerste trein van Amsterdam naar Haarlem reed. Mej. Dr.
G. H. Kurtz toonde ons op 7 december dia's, welke onder
haar leiding waren vervaardigd van de tot het bezit van de
vereniging behorende collectie oude prentbriefkaarten. De
belangstelling voor dit op charmante wijze bladeren in oude
albums was zo groot, dat een toevlucht moest worden gezocht
in de grote Hildebrandzaal.
Voor de Luilak-wandeling rond Kraantje Lek op 16 mei
kwamen traditiegetrouw vele leden vroeg uit de veren. De
algemene ledenvergadering bracht op 27 mei de leden bijeen
in het nieuwe gebouw van de Provinciale Waterstaat van
Noord-Holland aan de Zijlweg, alwaar de heer H. T. Haan-
drikman het een en ander vertelde over de totstandkoming
van dit door Prof. H. T. Zwiers ontworpen bouwwerk. De
aftredende bestuursleden P. A. Dijkema en Jhr. F. W. A.