GERRIT DAVID GRATAMA
22 maart 1874 21 augustus 1965
G. D Gratama werd als dokterszoon te Groningen geboren
en bracht aldaar zijn eerste levensjaren door. Hierna bezocht
J w rTm Deventer en ontving hier tekenonderricht
van W A A. Liernur. Als leerling van de Haagse Academie
behaalde hij zijn acte M.O.-tekenen; vervolgens begaf hij
zich met zijn studiegenoten H. Buisman en Simon Maris
naar Antwerpen teneinde zich aldaar nog verder in de kunst
te bekwamen. Hier werkten zij onder leiding van De Vriendt
en Heymans. In Nederland teruggekeerd, gaf Gratama als
leraar lessen in tekenen en kunstgeschiedenis aan het Neder
lands Lyceum te Den Haag (tevoren reeds had hij als „pen-
sionnaire een Koninklijke toelage genoten). Per 1 oktober
1912 aanvaardde hij het directoraat van het Stedelijk Mu
seum te Haarlem en heeft dit tot 1 januari 1946 vervuld. Na
zyn aftreden bleef hij te Haarlem woonachtig, alwaar hij op
91-jarige leeftijd overleed.
Bij het overdenken van de jaren, waarin ik onder leiding
van de Heer Gratama aan het Frans Halsmuseum mocht
werken, vervult me een gevoel van dankbaarheid.
Bij mijn komst in 1930 was de museale sfeer er een van op
gewekte en continue arbeid, waarbij aan vele facetten aan
dacht werd geschonken, zij het in een rustig tempo, waar
van de hedendaagse, na-oorlogse mens ten enenmale is ver-
vreemd.
Wat viel er dan wel in een langdurige beleidsperiode als die
van Gratama, tussen 1912 en het uitbreken van de tweede
wereldoorlog, na te streven en te bereiken? Dat was veel en
blijkt meermalen van ingrijpende en baanbrekende betekenis
te zijn geweest.
Wanneer we denken aan de overvolle museumzalen ten
Stadhuize, waarin Gratama als Directeur zijn intree deed
beseffen we welk een belangrijke vernieuwing, dank zij zijn