—32
nemen aan de werkzaamheden van de „Vereniging tot Uit
breiding van de Verzameling kunst en oudheden in het Frans
Halsmuseum, waarop de tegenwoordige directeur mij met
waardering attent heeft gemaakt.
Bij het vermelden van deze laatste aktiviteiten raken we
aan Berkhouts „hobby" en meer dan een „hobby", de schil
derkunst. Hij was een meester in het aquarelleren en tekenen
van het hollands landschap, van het duinlandschap in het
bijzonder, maar ook van zonnige rivier- en bosgezichten.
Gezien zijn commerciële loopbaan en sociale belangstelling,
ligt het voor de hand, dat zijn artistieke prestaties lange tijd
als die van een amateur zijn beschouwd. Bij de opening van
een tentoonstelling van Berkhouts werk in 1953 in het Huis
Van Looy, georganiseerd door „Kunst zij ons doel" en dus in
de kring van collega-schilders, bracht dr. J. E. de Vos van
Steenwijk de kwestie „amateur of professional" op geestige
wijze ter sprake. Dit punt opnieuw ter discussie stellend, haal
ik gaarne een getuigenis aan van mr. A. Staring te Vorden
„Tijdens Berkhouts rustjaren te Warnsveld kon hij zich
ongestoord geven aan wat meer dan een liefhebberij, een
levensvulling werd, eigenlijk een nieuw beroep. Die
periode ving aan toen hij zeventig jaren oud was en
duurde tot kort voor zijn overlijden, toen de bezwaren van
den ouden dag werk in de buitenlucht geleidelijk on-
mogelijk maakten. Merkwaardig is, dat dan in zijn werk
een duidelijke en vrij snelle groei zichtbaar wordt, een
ruimer visie en een breeder techniek, ook gevolg van een
toegenomen routine, ontstaan door onafgebroken werk
en steeds nieuwe problemen bij de opgaven, die hij zich
stelde, iets waar een dilettant zelden gelegenheid voor
heeft. Hij vond te Warnsveld een kring van werkende
kunstenaars, waaronder een paar begaafde dilettanten,
wat hem animeerde. Het Stedelijk Museum te Zutphen be
waart eenige stalen van zijn kunst, levende want door
leefde plaatsafbeelding, die blijven getuigen van zijn
gave. Zoo hebben zijn rustjaren, die werkjaren waren,