33
hem een boeiende opdracht, de ontwikkeling van zijn
talent tot rijpheid, gegeven. Daardoor bleef hij jong van
geest."
Tot deze laatste gesteldheid heeft ongetwijfeld ook zijn
tweede huwelijk in 1946 met Jeanne Tutein Nolthenius,
weduwe van jhr. J. J. Teding van Berkhout te Apeldoorn,
bijgedragen.
In eerste echt was hij gehuwd met Henriëtte Wilhelmina
van Marken, overleden in 1940. Evenals haar man onder
scheidde zij zich van haar naaste familie door talentvol
schilderen. Zij was een zuster van mevrouw Hugo Loudon op
„Voorlinden" en van mevrouw Herbert Cremer op „Duin
en Kruidberg", welke huishoudens door de Berkhouten wel
eens amicaal „de Petroleum en de Tabak" werden genoemd.
Wanneer Fred op deze buitens vertoefde, trok hij „weer of
geen weer" met tekenbloc en verfdoos het duin in, waar hij
eens bij een jachtpartij „midden in de drift" vóór zijn schil
dersezel werd aangetroffen, onbewust van het geknal om
hem heen.
Onbevangenheid, eenvoud en artistiek gevoel, misschien
zelfs een zekere naïveteit aan kunstenaars eigen, kenmerkte
het gezin van Fred Berkhout, eerst aan de Vijverlaan, daarna
op „Boschzicht" te Heemstede en later aan de Baan. In zijn
eerste huis werden drie kinderen geboren; de Vijverlaan was
toen nog Heemstede, maar ze wonen thans niet meer in hun
geboortestreek. Ook andere naamdragers zijn schaars ge
worden in de omgeving. De opdracht, mij gegeven om Fre-
derik Teding van Berkhout te gedenken, vervul ik niet alleen
in oude vriendschap, maar ook in het besef, dat met hem al
weer een stukje oud Haarlem is heengegaan.
Door zijn karaktervolle persoonlijkheid de weg van de
minste weerstand is hij nooit gegaan door de warmte van
zijn licht in opstand komend gemoed hij kon zich opwinden
over kleinigheden door zijn plichtsgevoel en trouw aan
idealen; door zijn geloof in de kunst, dat ondanks een tekort
aan imaginatieve kracht bij het klimmen der jaren is toe
genomen; door zijn woekeren met ontvangen talenten, heb