51
perceel Jansstraat, waardoor het mogelijk werd het huis te
verkopen. Spoedig was het pleit beslecht. Voor een bedrag
van ƒ8.000,werd 4 oktober 1844 de koop gesloten. De
nieuwe eigenaar jhr. Willem Hendrik Hoeufft, hypotheek
bewaarder en ontvanger der domeinen, heeft aan zijn nieuwe
woning echter weinig, of beter gezegd in het geheel geen ple
zier beleefd. Hij stierf 18 oktober, dus 10 dagen later.
Willem Hoeufft kwam uit een gezin van 10 kinderen. Hij
was op één na de jongste en werd 29 juni 1804 te Haarlem
geboren. Na de dood van zijn eerste vrouw Justina Marga-
retha van Bommel, trouwde hij voor de tweede maal op huwe
lijkse voorwaarden (25 april 1833) met Jacoba Elisabeth
Hoeufft, dochter van mr. Jacob Pompejus Hoeufft en Judith
Catharina Dedel. Deze schonk hem vier kinderen, die bij het
heengaan van hun vader allen minderjarig waren. David, de
oudste was 10, de jongste Quirijn 4 jaar oud.37 Volgens het
testament van 18 juni 1833 waren zijn echtgenote en kinderen
universeel erfgenamen; de eerste voor 1/4, de kinderen voor
3/4 der nalatenschap.38 21 december 1844 werd het pas ge
kochte huis aan de moeder toebedeeld. Bij de nog al lage
taxatie was er rekening mee gehouden, dat de stalling en
het koetshuis in de loop der jaren totaal in verval waren ge
raakt en gedeeltelijk afgebroken. Natuurlijk dacht mevr.
Hoeufft er niet aan, om zo spoedig na de dood van haar man,
haar huis in de Lange Begijnenstraat (thans no. 15) te ont
ruimen. Daarom besloot zij het pand maar weer van de
hand te doen. 24 december werd in „de Gouden Leeuw" de
publieke veiling gehouden. Het lag in de bedoeling huis en
erf en het voormalige koetshuis afzonderlijk te verkopen.
Maar de belangstelling was zo gering, dat het perceel Jans
straat werd opgehouden. Met veel moeite wist men tenslotte
de bouwval in de Begijnenstraat aan de man te brengen. Hij
bracht 1.120,op. Later is op dit terrein een huis, atelier
en pakhuis gebouwd, dat in 1868 aan Jan George Mulder,
fotograaf, toebehoorde. Waarschijnlijk heeft mevr. Hoeufft
in het begin van het volgend jaar toch de nieuwe woning
betrokken. In het register der volkstelling 1849 vinden we