HET „HUIS TER KLEEF" IN DE FRANKESTRAAT Wanneer men van de Grote Houtstraat af de Peuzelaars- steeg inkijkt, ziet men uit op een oud huis uit de 17de eeuw in de Frankestraat, dat wel is waar zeer in verval is, maar toch nog enige kenmerken van vroegere schoonheid vertoont. Het diende in de 19de en begin 20ste eeuw als pakhuis en behoorde volgens Mevr. Sterck,1 tot de mooiste van Haarlem. Thans is het in gebruik als fietsenbewaarplaats. Links van de toegangsdeur, die rechts beneden aan het gebouw gevonden wordt, wijst een schuin uitspringende be- metseling, onderbroken door een enkel luik, op een ruime kelder daarachter. De drie ramen boven deze kelder zijn met luiken van een onbestemde kleur afgesloten. De kleine ruitjes in de vensters daarboven en in dat boven de deur verkeren in een erbarmelijke staat; immers de meeste zijn kapot ol ont breken geheel. Drie van deze ramen zijn z.g.n. rondboog vensters; het middelste raam boven de kelder is afgesloten door een rechte lijst, evenals de bogen boven de andere vensters bestaande afwisselend uit natuur- en baksteen. Tussen deze ramen worden enige oude gevelankers gevonden en evenzo tussen en boven de ramen van de bovenverdieping, waarvan de kleine ruitjes nog niet stukgegooid zijn. Daar boven bevindt zich de rechte daklijst langs het schuin naar achteren lopende dak, waarvan de eindgevels aan noord- en zuidzijde vroeger mogelijk trapgevels zijn geweest. In het boekje „Oud-Haarlem. Wat gespaard bleef" van C. J. van Tilburg (uit 1926) 2 komt een tekening van dit pak huis in de Frankestraat voor. Eveneens vinden wij een af beelding van de onderpui van dit huis in A. Loosjes „Sprok kelingen in Nederland" 3 uit ongeveer dezelfde tijd. Uit deze afbeeldingen blijkt, dat toen de luiken voor de benedenramen nog in twee kleuren beschilderd en de kleine ruitjes in de vensters nog heel waren en dat tussen de voordeur en het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1965 | | pagina 59