62
InBlokde VkamSe' FriCSe Cn Ho°gduitse genuine van
Nadien wordt over het „Huis ter Kleef" alleen gesproken
hetals h"fT°niete °f,Meniste Weeshuis", zoals wanneer
van a f ten Z" n §enoemd wordt in het transport
van het kleme huis op 6 febr. 1722", waarbij de executeurs
van de nalatenschap van David Bonte dit huis verkopen aan
Cornehs van der Putten. In de transportakte van 31 okt.
heet H>rn CT vander putten op Jacob van Winkel
et dit huis echter aan de zuidzijde belend door het Wees
huis der Doopsgezinde gemeente van het Klein Heiligland
en wanneer de beheerders van de boedel van Jacob van Win
kel het kleme huis op 15 sept. 1753 verkopen aan Frans
van den Heuvel, is de Doopsgezinde gemeente op het Klein
„I p, J' uur ,aan dc zuidzijde, want het „Huis ter
Kleef is na de hereniging der beide gemeenten geen weeshuis
Dan eerst horen wij weer van een overdracht van het grote
uis Op 31 maart 1756 transporteren Goetschalk Kops en
diakenen der Doopsgezinde gemeente
op het Klem Heiligland aan Pieter van Weggels en Izaük
van der Vinne he, huis en erf aan de oostzijde Sn de Franke"
S FbS ttege^?Ve/"me ,Pfuzelaarstee§> vanouds genaamd het
„Huis ter Kleef belend ten zuiden de weduwe Schilder-
man ten noorden en achter Frans van den Heuvel, voor
y ;rv°p,v0°rwaarde dat laatstgenoemde altijd de „mu-
ragie of scheidsmuur zal onderhouden, opdat iemand op
deze plaats staande, met uit zijn huis kan worden bekeken.
an dit transport was een openbare verkoping in het loge-
ment Het gulden Vlies" (noord-oostzijde van de Grote
Markt) voorafgegaan op 22 december 1755, waarin het huis
beschreven werd als een groot, schoon, sterk en weldoor-
ïmmerd huis, voorzien van een ruim voorhuis, waarin een
„comptoir zijkamer, kookkeuken en verdere vertrekken
en een „luchtige" plaats; boven een voor- en achterkamer
zolder en vliering; onder het huis twee kelders, waarvan
een een ingang van buiten had. Het blijkt echter wel uit de