64 gekalanderd werden in een en dezelfde plaats, waar het paard molen en verdere toebehoren werden gehouden, zonder dat dat enige schade toebracht aan die stoffen. Van den Heuvel had bezwaar zowel tegen de rosmolen alsook tegen de stal en e hooizolder daarboven, welke zouden grenzen aan de plaats, waarop zijn slaapkamer en garenpakhuis uitkwamen. eide supplianten waren van oordeel, dat door het geraas van de molen en het schoppen en slaan van het paard, zowel m de molen als in de stal, hun huizen zouden schudden en beven, zodat zij genoodzaakt zouden worden hun slaapka mers te verlaten en deze onbruikbaar zouden worden Ook waren zij beducht voor brand, welke uit de mestbak, stal en ïooizolder door broeiing zou kunnen ontstaan, met groot gevaar voor de huizen aan de westzijde van de Schagchel- straat, waarvan vele hun eigendom waren. Burgemeesteren wilden, na advies te hebben ingewonnen van de Stadsfabnek, deze onderneming in het algemeen niet cgengaan, maar wegens de klachten van de buren bewerkten zij op 11 maart 1756 een akkoord tussen beide partijen, waarbij bepaald werd, dat in het „Huis ter Kleef" in de Frankestraat nooit een plet-, kalander- of pleistermolen mocht worden op gang gebracht met paardekracht en dat er ook geen paard gestald zou mogen worden. Pieter van ampen en Frans van den Heuvel moesten daarvoor aan 'n °a iVan en van der Vinne echter een te kosto°SSt §eVen Van 1400'~ WCgenS de reeds Scmaak- Ondanks deze tegenslag blijken Pieter van Weggels en zaak van der Vmne zich toch gehandhaafd te hebben in het „Huis ter Kleef m de Frankestraat, mogelijk wel doordat eerstgenoemde, tezamen met zekere Assuerus Ravekes, op 4 okt. 1773 het huis ten zuiden van dit pand gelegen, waarin een grossierderij van brandewijn en gedistilleerde wateren werd gehouden aankocht voor ƒ700,—i». Misschien heeft ™Cn m d^ bIlJkens de Veilingsvoorwaarden van 18 sept. 1773 bestond uit een voorhuis, binnenkamer, zomer huisje en plaats, nog de rosmolen met toebehoren kunnen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1965 | | pagina 66