83 en misschien zeer terecht is een onbezorgd over de velden huppelend konijn". Het betoog van de schrijfster heeft mij niet kunnen over tuigen van de juistheid harer opvatting omtrent hetgeen op Van der Vinne's doek is weergegeven. Tegen de wijze van determinering van het schoorsteenstuk, uitsluitend op giond van een enkel detail, heb ik bepaald bezwaren. Dat Duynlaen de enige blekerij zou zijn waarvan tot nu toe uit de transport neten is gebleken dat er duiven werden gehouden, lijkt aan vaardbaar. De mening dat in het Haarlemse nimmer een klein getal tamme duiven op enige blekerij zou zijn voor gekomen, alleen omdat het bestaan van die vogels in' de acten niet expressis verbis wordt vermeld, is toch wel aanvechtbaar. Transportacten vermelden veel doch niet alles. En lezen we het proefschrift van Mevrouw Greup dan wordt de indruk gewekt dat haar hierboven geciteerde argumentering met be trekking tot de duiven feitelijke grondslag mist. Zij deelt daar mede onder opgave van een aantal vindplaatsen: De duiven op Hollandsche bleekerijen gehouden en trouwens eerst omstreeks 1700 daar te vinden, zijn zonder twijfel slechts voor genoegen en wellicht voor de braadpan gefokt Zou het bovendien ook niet mogelijk zijn dat de schilder ter verlevendiging van zijn onderwerp stoffering met enkele vogels, in casu duiven, geïndiceerd achtte? Wat nu de rietmatten betreft; zouden er om Haarlem geen blekerij en zijn geweest, uitgerust met rietmatten, zondei dat er sprake was van een servituut? Waar zich overigens op het schilderij de rietmatten bevinden, is niet gans duidelijk. Ook het gedeelte van de boompartij, rechts op het doek zichtbaar, wekt meer de indruk tot een bosje te behoren, dan deel uit te maken van een groep vruchtbomen. De door de schrijfster bedoelde koepel kan ik niet als zo danig onderkennen. Veeleer is het een open galei ij. Is het uit hoofde van het hiervoor gestelde al twijfelachtig of we hier met de bleek Duynlaen te doen hebben, met het geen volgt meen ik genoegzaam te kunnen aantonen dat het schoorsteenstuk deze blekerij niet voorstelt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1965 | | pagina 85