85
Daartoe worde de achtergrond van het schilderstuk nauw
keurig bekeken. De beschouwer ziet dan aan de horizon cle
hoge duinrand, kijkt derhalve in westelijke richting Daar
vóór bevindt zich in het midden en verder naar rechts een
bebost gebied. Links daarvan staan in een kale vlakte enkele
woningen van eenvoudige allure. Waar, m het midden de
bebossing begint, staat een groter huis, naar rechts gevolg
door een kapitale vierkante behuizing. Nog verder, noord
waarts, is een kerkje zichtbaar. In dezelfde volgorde waarin
ze op het schoorsteenstuk zijn afgebeeld, laat de bekende
18e-eeuwse kunstenaar H. Spilman ons de twee laatste ge
bouwen zien op zijn hiernaast afgebeelde tekening, die hy
maakte vanuit tegenovergestelde richting dus kijkend van
west naar oost. Rechts op de achtergrond van die tekening
is hetzelfde grote, vierkante huis zichtbaar als op het Zeis
doek Meer noordwaarts, naar links steekt een kerkje zijn
dak en torenspits boven het groen uit. Uiterst links, nog juist
niet aan het oog onttrokken door het hoge duin, ontwaar
men de wieken van een molen.
Localisatie lijkt thans mogelijk. Spilman heeft zijn onder
werp getekend, zittend op de hoge duinen in het verlengde
van de Kleverlaan. Vandaar af zag hij voor zich het vie -
kante herenhuis van de buitenplaats „Hartenlust te Bloe-
mendaal, liggend aan de rand van zijn bebossing, tegen het
polderland. Verder naar het noorden werd zijn oog getroffe
door het kerkje van Bloemendaal, met links m heiverse ie
de wieken van de Santpoortse molen „De Santhaes hen en
ander derhalve het spiegelbeeld van de situatie zoals wij die
aantreffen op het onderwerpelijk schoorsteenstuk waarop
„De Santhaes" geen plaats meer heeft kunnen vinden. H
grotere huis" op dit stuk, zo even genoemd, zou „Voorduyn
kunnen zijn, een omstreeks 1736 juist tot buiten getransfor
meerde bleek van Wijnant Blenk.-
Het is op grond van het vorenstaande naar mijn mening
nu zeer aannemelijk dat op het schoorsteenstuk een blekenj
is afgebeeld die gelegen moet hebben m het poldergebied
zuidelijk van de Jan Gijzen-zandvaart. Welke deze is,