HAARLEMS MONUMENTENZORG
IN 1964
Meer en meer blijkt, dat onze stad beschikt over een voor
westelijk Nederland opmerkelijk groot aantal middeleeuwse
gebouwen. Het onderzoek van de bebouwing in de binnenstad
leverde ook dit jaar weer de ontdekking van een belangrijk
fragment gothische architectuur op.
Het had reeds lang onze aandacht getrokken, dat de perce
len Warmoesstraat 16, 22, 24 en 26 over een bekapping be
schikten van gelijke nokhoogte en helling. Bij een verbouwing
kwam in perceel nr. 24 een juk van een gothisch houten skelet
aan het licht, alsmede een daarop rustende vloer van kinder-
binten. Verder onderzoek leerde, dat tot in de kap toe de
gothische constructie hier bewaard bleef.
De plattegrond van Thomas Thomasz laat zien, dat op dit
terrein een vleugel van het Carmelietenklooster stond. Het
bleek nu dat de genoemde panden onderdelen van deze
vleugel zijn, die oorspronkelijk anders zal zijn ingedeeld,
maar na de Reformatie is gesplitst in een aantal afzonderlijke
woonhuizen. Het is wellicht interessant te vermelden, dat in
het door ons onderzochte pand de oorspronkelijke binnen
plaatsgevel op de verdieping nog aanwezig is, en dat de plaats
en vorm van een oorspronkelijk venster daarin nog kon wor
den vastgesteld.
Het onderzoek van de bodem leverde ook enkele vondsten
van betekenis op. Bij het graven van de rioleringssleuf in de
kade van het Spaarne werd ter hoogte van de Korte Veer-
straat een restant van een oude oeververdediging aangetroffen,
opgebouwd, zoals ook van elders bekend, uit samengeperst
stro, vermengd met mest.
Bij het maken van een nooduitlaat ten behoeve van de
nieuwe riolering in de Lange Herenvest werd de fundering
van een muurtoren der Middeleeuwse stadsversterking aan
gesneden; deze fundering is opgemeten. Gebleken is, dat het