93
Bii het maken van de onderpui waren een aantal gebeeld
houwde onderdelen aan de gemeente geschonken, te weten, de
gevelsteen, voorstellende een brasem (ingemetseld in het
Frans Halsmuseum), een zware zandstenen ate! daaronder,
twee festoenen, alsmede twee korte bloemslingers, die oor
spronkelijk ter weerszijden van de gevelsteen waren aange-
bl Bi^de restauratie zijn deze onderdelen niet alleen weer aan
gebracht, maar zijn de muurdammen van de gevel weer tot
aan de begane grond doorgetrokken.
Het resultaat is, dat de gevel zijn rijzigheid cn monumen
taliteit volledig heeft herwonnen, zonder dat de bruikbaarhe
van het huis als winkelpand daaronder heeft geleden
Een van de belangrijkste gevels uit de tweede helft van d
zeventiende eeuw is daarmede voor het stadsbeeld terugge
wonnen, (architect: J. J. v. d. Linden).
Een rijke vertegenwoordiger van het m de achttiende eeu
voor Haarlem karakteristieke geveltype met gebogen kroonlijst
vormt het perceel Gedempte Oude Gracht 62. In dit p
waren de vensters van de bovenste verdieping nog oorspronke
lijk zozeer dat zelfs het oude glas nog grotendeels bewaard
bleef De ramen waren echter wel totaal versleten De vensters
van de eerste verdieping waren in de negentiende eeuw van
SPiefeheTkadCT0van een grote onderhoudsbeurt werden de
vensters in de oorspronkelijke vormen vernieuwd, waarbij de
vensters van de bovenverdieping hun ruitjes van oud glas her-
Het riike beeldhouwwerk van de kroonlijst werd schoonge
maakt en hersteld, het zonnetje in het hart van het ron de
zoldervenster weer verguld (aannemers: J C. Cramer, (bouw
kundig deel) en J. G. Cramer en Zn (schilderwerk)
De in het vorig jaar begonnen restauratie van de trapgevel
Grote Houtstraat 119 kwam gereed. Het werk bestond in
hoofdzaak uit een consolidatie van de, vermoedelijkm het
begin van de negentiende eeuw in de huidige toestand g
brachte gevel, met enige cesthetische correcties. Tezamen met