Ill om door de lucht te zagen en ons te vermanen met zijn stereo type: toe-toe allo, duidelijk uit, één op één. August Hermann Günther met zijn iets te lange broek, rondwandelende met die eeuwige map waarin altijd wel een stapeltje verscholen zat met proefwerk waarmee in de een of andere klasse de leerlingen te lijf gegaan waren. Het ronde hoofdje met de appelwangetjes (het woord is van een van mijn briefschrijfsters) zou misschien zonder die vervaarlijke, grijzen de snorrebaard duidelijker die altijd vrolijke, een beetje spot tende uitdrukking vertonen. Alles bij elkaar ook echt nog on vervalst negentiende-eeuwswelke leraar van deze tijd zou zó op een kiekje te vangen zijn, in schooltijd gekleed in een jaquet-costuum? De sneeuwwitte Dr. Brongersma lijkt zó, diepernstig in die geklede jas, nog wel een generatie of zo verder terug in het ver leden. Hij had in die periode nog ruim twintig levensjaren voor de boeg, de indruk van een zekere afgeleefdheid op de foto is maar schijn, hij was althans toen in ieder opzicht van een on verzwakte levendigheid. Helaas zijn de tot deze serie behorende afbeeldingen van o.a. Pauw, Heyman en Van Erp verloren gegaan. Aanvullingen o.a. van lezers Een van de mij schrijvende oud-leerlingen herinnert mij er aan, hoe onder de vele vaste voordrachten die Pauw jarenlang voor zijn leerlingen hield, er één was in het Vlaams. Hij deed dat zo goed dat wij thans geneigd zijn ons af te vragen of de in menig opzicht zo onhollandse Pauw misschien niet van onze Zuidelijke buren afstamde. Pleyman, ook dat openbaart zich nu, heeft blijkbaar altijd bij vele van zijn leerlingen op hun lachspieren gewerkt. Ik kan me dat van die theatrale figuur wel voorstellen. In mijn stuk over de prachtschool verzuimde ik nog te herinneren aan het teken dat hij altijd voor de les op het bord schreef, n.l. de V en de O aan elkaar verbonden, daarmee aangevende dat in een Engelse volzin als regel werkwoord en lijdend voorwerp (verb/object) niet gescheiden mogen worden. Het Nederlandse:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1966 | | pagina 113