118
Ook de Jacobijnestraat was destijds een andere straat. De
stadhuis-aanbouw aan de noordzijde was er nog niet, daar
was o.a. een klein winkeltje waar wij schoolbeboeften konden
kopen. Verderop was de school van Van der Wilk, wat het
leerprogramma betreft een soort van MULO „avant la lettre",
waar volgens boze tongen niet de allervlugste leerlingen ter
schole gingen.
Op het Prinsenbolwerk was nog een echte middelbare
school, een soort concurrent van onze H.B.S. Dat was het In
stituut Prins, voor een deel naar ik meen, een internaat waar
de leerlingen ook onder toezicht studeerden. Aan het einde
stond ook hetzelfde H.B.S. eindexamen van onze school.
Een leraarsoordeel
Een schrijver die een verhaal over de school uit zijn jeugd
betitelt als „een prachtschool", ontveinst zich uiteraard niet dat
er wellicht mensen geweest kunnen zijn met een kijk op voor hem
verborgen kanten van diezelfde school die in minder prettige
herinneringen is vastgelegd. Minstens zo belangrijk als de leer
lingen op een middelbare school zijn ongetwijfeld de leraren.
Onder elkaar vormt het leraren-corps een aparte wereld, een
soort terra incognita voor de scholieren.
Het was er een uit dat kamp die de vrees uitte dat ik de
school als te paradijsachtig had afgeschilderd. Hij komt in zijn
brief met bewijzen van het tegendeel, maar de begindatum
van zijn functie, in de herfst van 1908, betekent dat zijn erva
ringen niet tot de geschiedenis van de Jacobijnestraat-school
behoren. Dat het splinternieuwe schoolgebouw al bij de aan
vang veel te klein bleek te zijn, hoort thuis in een volgend, niet
door mij te schrijven hoofdstuk, evenals de voor de oude lera-
ren-garde zwaar deprimerende mededeling in een vergadering
omstreeks 1908, dat zij voortaan evenals alle gemeente-ambte
naren, volgens een nieuwe verordening op 65-jarige leeftijd pen
sioen moesten aanvragen. Overheidspensioenen waren in die
tijdaan de lage kant en voor de oudere mannen als Heringa, Zui-
dema, Galkoen, Heyman e.a. was het geen vrolijk bericht. De
uitzondering die blijkbaar gemaakt werd voor de overbrenger