144 In de zomer onderhielden de omnibussen met imperiaal, ge trokken door twee sterke paarden, veelal de dienst. Gedurende de winter gebruikte men de tramwagens. Bij zeer zware sneeuwval werden die door 3 paarden getrokken. Maar meest al werd dan niet met een tramwagen gereden, doch met een brik, bespannen met 2 paarden. Hoewel naar tegenwoordige maatstaven gemeten, alle ge riefelijkheid aan de bussen ontbrak door het schudden en sto ten op de vaak minder goede straatwegen en ook de bovenzit- plaatsen niet bepaald comfortabel waren te noemen, werd er nochtans in de zomer op mooie dagen door de vele dagjes mensen een buitengewoon druk gebruik van ,,de bussen van Koolhoven" gemaakt. De meesten van hen waren Amsterdam mers. Op zulke dagen reden er enige bussen achter elkaar heen en weer van Haarlem naar Bloemendaal en omgekeerd om de vele passagiers te vervoeren. Bij de Bloemendaalse stallen en het naastgelegen hotel Kennemerland heerste dan een onge wone drukte. Na de wintermaanden nam het aantal passa giers sterk toe en dit begon al in het voorjaar door het bezoek aan de bloeiende bollenvelden. Rondritten door Kennemerland Een bijzondere attractie stellig het initiatief van directeur Koolhoven welke de Maatschappij de bezoekers van deze streek bood, werd door het Haarlem's Dagblad van dinsdag 3 april 1894 als volgt bekend gemaakt: „Te beginnen morgen zal de engelsche char-a-bancs van de Tram-Omnibus-Maat schappij Bloemendaal-Overveen-Haarlem dagelijks twee rit ten maken, zoolang de bloeitijd der bloembollen duurt. Voor slechts vijftig cents de persoon kunnen de liefhebbers van de prachtige hyacinthenvelden in de schoone omstreken van Haarlem op gemakkelijke en gezellige wijze een rijtoer maken, die aanvangende aan het station alhier, aan hetzelfde punt weer eindigt. De af te leggen weg loopt over Haarlemmerhout, Heemstede, Zandvoortsche Laan, Elswout, Overveen, Bloe mendaal en weer terug naar Haarlem. Vertrek voormiddags 11.45; 's namiddags 2.13 (stadstijd)". Men ziet hieruit van hoe

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1966 | | pagina 146