146 derde tramomnibus. De sterke daling van het aantal passa giers in 1901 gaf de aandeelhouders dan ook aanleiding om in hun vergadering van 4 februari 1902 voor te stellen de ven nootschap te ontbinden, waartoe in principe besloten werd. Een tweede punt van overweging voor het nemen van hun besluit was, dat de aandeelhouders kennis droegen van de in gekomen verzoeken bij het gemeentebestuur voor aanleg en exploitatie van een electrische tramlijn over het door de Maat schappij tot dusver bereden traject. Het valt buiten het bestek van dit artikel uitvoerig in te gaan op deze en ook latere aanvragen. Eén ervan moet toch even genoemd worden, omdat deze vergezeld was van een wel heel aantrekkelijke aanbieding. De heren Anderheggen en Neu- meijer te Amsterdam namelijk verklaarden zich bereid om na concessieverlening zorg te dragen voor kosteloze electrische verlichting van de openbare weg en particuliere woningen Foto 7. Elektrische tram Haarlem-Bloemendaal. Genomen in de bocht van de Korte Kleverlaan. Omstreeks 1901

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1966 | | pagina 148