148
bestrating en beheer van de Bloemendaalseweg en de Zijlweg
overnemen; twee jaar later volgde de aanleg van de N.Z.H.-
tramlijn van het Verwulft te Haarlem over de Zijlweg naar
Overveen. Eveneens in 1914 kreeg Overveen nog een tweede
electrische tramverbinding met de stad, namelijk van Haar
lem-Station over de Julianalaan tot de Bloemendaalseweg
(E.S.M.). De BOHTOM was toen echter al ruim tien jaar
ter ziele.
Het Haarlem's Dagblad van dinsdag 1 juli 1902 geeft daar
over het volgende bericht: „Heden is het de laatste dag dat de
Bloemendaalsche Tramomnibus tussen Haarlem-Overveen en
Bloemendaal rijdt. Al is het een ouderwetsch vervoermiddel
en heeft menigeen het wel eens met den oneerbiedigen
naam van „rammelkast" bestempeld, wanneer het verdwe
nen is zal men, of beter gezegd zullen de bewoners van
Overveen in hoofdzaak, het groot ongerief daarvan,
vooral in den herfst en winter, ondervinden. Slechts een
middel is er nog om te voorkomen, dat de dienst geheel
wordt gestaakt, en dat is, dat de te Overveen en Bloemendaal
wonende personen flink teekenen op de circulaire door eenige
ondernemende employé's aan de bewoners gezonden. Daar
door wordt hun de gelegenheid geboden zich op de tram te
abonneeren en zal deze bij genoegzame deelneming blijven
bestaan, in zooverre dat 14 ritten vice versa per dag zullen
worden gedaan. De rit naar Bloemendaal wordt dan 10 cents.
Op 16 j uli heeft de verkooping der paarden en rij tuigen plaats.
Slagen de employé's, dan zal 1 Augustus e.k. de dienst weder wor
den heropend. Gedurende 1 maand zal men dus van een open
baar vervoermiddel tusschen Haarlem en Overveen verstoken
zijn.
Het personeel ontvangt tien weken vol loon." Tot zover dit
bericht.
Kort daarop verscheen in de Haarlemse dagbladen de vol
gende advertentie: „Op 16 Juli 1902 zal te Bloemendaal in en
nabij de stallen van de Bloemendaal-Overveen-Haarlem-
Tram-Omnibus-Maatschappij, naast het hotel „Kennemer-
land" ten overstaan van notaris Johannes ter Hoffsteede in