153
plaats was de bouw van stal en remise te Haarlem te kostbaar
geweest. Om te komen tot een lonende exploitatie had men
nog in 1886 de stallen van het eerste omnibusbedrijf van Maas/
Van 't Riet voor een bedrag van f. 6.500,aangekocht en het
bedrijf daarheen overgebracht. De gebouwen te Haarlem ver
huurde men toen.
In de tweede plaats waren de vervoersopbrengsten te laag
in verhouding tot de bedrijfskosten. In het volgende boekjaar
was dit ook nog het geval, vooral door de concurrentie van de
teruggekomen omnibusondernemer Maas.
De balans die de sinds eind 1888 opgetreden directeur A.
Koolhoven per 1 maart 1889 indiende, wees een verlies aan
van f. 12.662,46, nadat de noodzakelijke afschrijvingen had
den plaatsgevonden.
Teneinde het bedrijf te kunnen voortzetten, werden lenin
gen gesloten, namelijk een hypothecaire lening van f. 12.000,
en een 3% obligatielening van f. 5.000,Laatstgenoemde
lening werd geheel onder de aandeelhouders geplaatst.
Te beginnen met het boekjaar 1889/90 worden de bedrijfs-
uitkomsten wat gunstiger, zodat er in de volgende jaren spra
ke is van het maken van kleine winsten. Het verlies van
f. 12.662,46 op 1 maart 1889 was dan ook op 1 maart 1900
tot f. 730,90 teruggebracht. Op de hypothecaire schuld men
had deze in 1896 met f. 4000,moeten verhogen in verband
met de aankoop van gebouwen bij de Bloemendaalse stallen
tot een bedrag van f. 11.156,50 en op de 3% obligatielening
had men regelmatig kunnen aflossen. Op 1 maart 1902 resteer
de van de hypothecaire schuld nog f. 1000,en van de obli
gatielening f. 1500,—. In 1901 liep het aantal te vervoeren
passagiers sterk achteruit als gevolg van de opening der elec-
trische tramlijn Haarlem-Bloemendaal op 5 october 1900.
Hierdoor steeg het verlies van f. 730,90 op 1 maart 1900 tot
f. 7.578,63^ op 1 maart 1902.
Omtrent het aantal door de BOHTOM vervoerde pas
sagiers kan worden meegedeeld dat dit in het eerste volledige
exploitatiejaar 1887/1888 ruim zestigduizend bedroeg, in het
laatste, 1901 /02,na de opening van ENET-lijn,omstreeks 79.000