161
sloot welke voor de helft gereed is. De wacht wordt in order
gebracht".
15 Hooimaand als voren: „Het gehele magazijn is geverfd.
De sloot om dit magazijn is geheel in order. Men is thans bezig
met eenige reparaties aan het schot en britzen in de Wacht en
aanaarden rondsom de zelve".
Tenslotte op 30 Hooimaand 1810: „In de Wagt is alles al
daar afgemaakt".
Bij wijze van nadere verklaring staat dan op 15 November
1810 een mededeling hoe men het vraagstuk der beveiliging
van de nieuwe instelling had opgelost. In zijn staat heeft de ka
pitein deze zaak verduidelijkt in deze korte woorden: „Een
houten keet bij het Pulver Magazijn te Spaarnwoude van den
aannemer overgenomen en tot een Corps de Garde geappro-
prieert."
Een bijzonder nieuwtje moet het plaatsen van twee bliksem
afleiders zijn geweest. In een studie, gewijd aan de eerste toe
passingen van deze instrumenten te Amsterdam, spreekt Mr.
Van den Hoek Ostende het vermoeden uit, dat eerst omstreeks
1836 de eerste bliksem-afleiders daar zijn verschenen, althans
hij laat dit doorschemeren8. Te Spaarnwoude werden er dus
een kwart-eeuw eerder al 2 neergezet, maar dat het toen een
primeur gold lijkt wel zeker, ook al op grond van het feit, dat
kapitein Valter zoo bij herhaling in zijn rapporten zich over
deze nieuwe dingen uitliet.
Behalve keurig en solide van uitvoering zijn de vier kruit
magazijnen (er kwam er naderhand een bij te Kadoelen) be
paald een trots voor de Genie te noemen. Dat is te zien uit de
voortreffelijke teekeningen, die van de uniforme gebouwen is
gemaakt in het jaar nadat zij gereed waren door haar lre.
sous-Direction der „Direction d'Amsterdam, Lignes dites d'
Amsterdam." In het archief zijn deze bewaard onder de „Plans
van Gebouwen"9 en daarop staan de „facade intérieure", de
„coupe traversale", de fa9ade sur le coté avec le mur d'en-
ceinte" en het „Plan du Magazin" (met „Avant Plein") op de
ééne, terwijl de andere, die speciaal het gebouw te Spaarn
woude aangaat, het „Plan des environs et du terrein dépen-