178 reed liggen, is het misschien geoorloofd aan mijn diepe zorg voor de Haarlemse monumenten op deze plaats uiting te ge ven. De herstelling van het hofje van Heythuizen (Kleine Hout weg 137) werd voltooid. Daarbij zijn de kappen weer in een goede staat gebracht, en is de sierbestrating opnieuw gestraat. Het huis Klein Heiligland 62, dat uit de tweede helft van de 17de eeuw dateert, maar een laat 18de eeuwse klokgevel bezit is uit- en inwendig hersteld, en tot een goede woning herscha pen. Het pand vormt o.a. door zijn ligging naast het Vrouwe en Antonie Gasthuis een belangrijk onderdeel van het stads beeld (architecten: Kuitems, Sytsma en Oosterbaan Marti- nius). De restauratie van het monumentale huis Koudenhorn 32 werd dit jaar voltooid. De weer geoliede gevel maakt met zijn fijn verdeelde vensters, sierlijke ingangspartij en elegante kroonlijst aan de Koudenhorn een treffende indruk (architect J. H. Smidt). Het herstel van de hardstenen stoep van Nieuwe Gracht 78 kwam gereed (architect J. H. Smidt). De gevel van Spaarne 28, een eigenaardig opgebouwde 18de eeuwse klokgevel naast de Waag, werd voltooid. De gevel her kreeg zijn fronton, de vensters werden van een passende verde ling voorzien, de onderpui in bijpassende (niet oorspronkelijke) vorm herzien (architect: ir. L. D. Looysen b.i.). Het herstel van het poortje van het Frans Loenenhofje (Wit te Herenstraat 24) is voltooid. De aantrekkelijke stoep met pa len en sierhekken is weer in goede staat gebracht, de natuur stenen onderdelen van het eigenlijke poortje gedeeltelijk op nieuw gesteld. Het in de „Bataafse" tijd verminkte wapen in de top is, zoveel als mogelijk was, aangevuld. Aangezien het thans wel vast staat, dat dit soort Renaissance-architectuur oorspronkelijk kleurig werd beschilderd, hebben wij hier, bij wijze van proefneming, een reconstructie van een zodanige be schildering ondernomen. Vooralsnog moeten wij zelf ook nog een beetje aan dit aspect wennen! (leiding: Openbare Werken, afdeling Monumentenzorg.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1966 | | pagina 180