Th. S. Germans 41 Haarlem. Een bewijs hiervan was zijn interesse voor historie in het algemeen en die van onze stad in het bijzonder, zomede het verzamelen van antiquarische literatuur en antieke pren ten van Haarlem en, last but not least, zijn jarenlange lidmaat schap onzer vereniging. De prestaties van de Heer Ingwersen bij de firma H. Oyens Zn. N.V. werden bekroond met zijn benoeming tot direc teur van het bijkantoor te Haarlem. Ook na zijn pensionering als directeur in juli 1965 trad hij nog op als adviseur bij deze firma. Talrijke functies op kerkelijk en maatschappelijk terrein werden door de Heer Ingwersen vervuld. Om slechts een greep te doen: hij was penningmeester zowel van het Christelijk Lyceum te Haarlem als van de Verenigde Protestants-Christe lijke Scholen te Heemstede en van de Commissie van Beheer der Gereformeerde Kerk te Heemstede, die hij tevens jaren als diaken diende; secretaris van de Haarlemse Bankiersvereni ging; bestuurslid van het Christelijk Nijverheids-Onderwijs te Haarlem; voorzitter van de Gereformeerde Stichting voor Be jaarden „Kennemerduin" te Heemstede; etc. Dat al deze ac tiviteiten niet onopgemerkt bleven, bleek uit zijn benoeming, in juli 1965, tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Wie de Heer P. Ingwersen heeft gekend weet dat, al kwamen de deuren van zijn innerlijk leven niet op de straatkant uit, hij als overtuigd Calvinist positief tegenover het leven stond, met volledig en ruim begrip voor andersdenkenden. Zijn spreek woordelijke, uitgebreide vriendenkring en werkelijk niet uit sluitend van zijn geestverwanten vormde hiervan een le vend bewijs. Zijn speciale humor, waarmede hij de soms ern stige en soms ook wat droge vergaderingen kruidde, was be kend. Dat hij dit aardse leven met alle prachtige schakeringen desondanks als overtuigd Christen slechts zag in Eeuwigheids- licht moge tot troost zijn voor zijn echtgenote, die hem al die jaren trouw ter zijde heeft gestaan, en voor zijn kinderen en kleinkinderen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1966 | | pagina 43