ANDRIES VAN GELUK
13 november 1888 21 november 1966
Bij het geven van een karakterschets van Andries van Geluk
komt een ieder, die het grote voorrecht heeft gehad met deze
sterke persoonlijkheid te mogen werken, tot termen als „on
uitputtelijke energie, niet te remmen doorstootkracht, enorm
zakeninstinct, organisator van grote allure". Is het wonder dat
deze selfmade man zich zo thuis voelde in de wereld van het
beton en het aannemersbedrijf? Al van zijn twaalfde jaar af
had hij daar een werkkring. Daarbij koos hij zich een harde
leerschool op een wijze, die voor de tegenwoordige jeugd niet
meer voorstelbaar is. En als hij als jongen daarnaast nog graag
en met opmerkelijk succes de wielersport beoefent, orga
niseert hij er meteen maar de exploitatie van een gehuurde
wielerbaan bij.
Met de elementen zakenman-sportbeoefenaar-organisator
is het beeld van deze markante figuur nog maar nauwelijks op
gebouwd. Er moet nog veel bijzijn humor, zijn graag on
deugend tegen de draad in zijn, zijn strijdlust, zijn grote zui
nigheid op wonderlijke punten, zijn volstrekt vaderlandse hou
ding in oorlogstijd en zijn warmkloppend hart voor zijn vrien
den. De eisen, die hij aan die vriendschappen stelde, waren
hoog, ook al omdat hij zijn medemens nogal duidelijk in de
tegenstelling wit-zwart zag met heel weinig tussentinten. Maar
wie eenmaal in het witte vak was ingedeeld trof een vriend met
opvallende facetten: breeduit was zijn vrijgevigheid naast een
zakelijke zuinigheid tot in het opvallende; ruim was zijn gast
vrijheid in zijn grote huis in de Overveense duinen, naast een
intiem gevoel voor stille huiselijkheid. Visser en jager van grote
stijl, maar diep in zijn jongenshart toch liever stroper. Hater
van alle ambtenarij, maar een van ideeën bruisend gemeente
bestuurder. Bouwer volgens alle waarborgen van hechtheid,
maar zuinig en het liefst als alle overheidsmaatregelen tegen
leken. Wel sociaal bewogen, maar uitsluitend als de betrokkene
zelf een harde poging had gedaan om uit de narigheid te komen.