66 naar de schepenbanken in hun stad en naar de grafelijke kanse larij. Maar ook het nieuwe middelbare kader trok profijt van de school. Deze omstandigheden mogen aannemelijk maken en daarmee beantwoord ik mijn derde vraag dat de stad Haar lem gaarne zelf over 's graven school beschikte, teneinde de plaatselijke jongelingschap die daarvoor in aanmerking kwam, een goede opleiding te verschaffen. Dat betekent evenwel nog niet, dat graaf Albrecht nu ook zijnerzijds cultuurpolitiek be dreef. 1389 is niet alleen het jaar waarin zijn regentschap ein digt, het is er ook een van bittere geldnood. Dat kon de graaf niet helemaal zelf helpen. Hij mocht dan veel uitgeven en ook nog domeinen verkopen om aan geld te komen, de muntont- waarding werd in deze jaren algemeen en men leed onder het als economische wet bekende verschijnsel, dat het in ruime ma te in omloop zijnde slechte geld het goede verdringt21. Gevolg was, dat de vaste inkomsten steeds minder opbrachten. De graaf moest dus veel eraan gelegen zijn, zich contanten te ver schaffen; de leveranciers ervan bij uitstek bleven de steden. Wij mogen dan ook wel als aan zekerheid grenzende waar schijnlijkheid aannemen, dat Albrecht de steden in zijn elf oor konden van 6 december 1389 niet in de eerste plaats met de ver melde rechten heeft begiftigd wegens de bewezen en nog te be wijzen trouwe diensten, maar dat er bij die gelegenheid goed geld op tafel is gekomen. Men vergeve het de graaf: hij kon niet anders. Maar ere aan de vroede vaderen van Haarlem, die, al was het dan pas in de derde plaats in de oorkonde, om de school vroegen en, als eersten, een bepaling in het stuk heten opnemen waardoor ze zichzelf en hun opvolgers verhinderden, de school op de voor de hand liggende en aan de tijd eigen wij ze te exploiteren door verpachting aan de meest biedende. Hun ging het om het onderwijs zelf. Er is in verband met de overgang van de tot de kerk beho rende scholen in de handen van de stedelijke overheid wel ge sproken van de eerste schoolstrijd in ons land22. Het klinkt aar dig, maar het is fout. Er was geen strijdde scholen gingen over uit de hand van de ene lekepatroon in die van de ander; men

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1966 | | pagina 68