68 nasiale afdelingen van de gemeentelijke lycea. Sinds het gym nasium te Rotterdam in zijn naam die van de grootste zoon van de stad, de humanist Erasmus, opnam,23 zijn vele gymnasia in den lande naar zodanige grote zonen en plaatselijke humanis ten vernoemd. Het zijn er veertien. Daarentegen zijn zeventien zich stedelijk of gemeentelijk gymnasium blijven noemen, som mige stellig, omdat de stedelijke geschiedenis zo'n grote zoon of plaatselijke humanist niet heeft opgeleverd, andere uit tra ditie. Hoe zinvol die traditie voor ons gymnasium in deze stad is, die dan toch onder zijn grote humanisten de rector Scho- naeus, de Terentius christianus, zoals hij bijgenaamd werd, heeft geteld24, moge uit het voorgaande gebleken zijn. De ouderdom van ons gymnasium als school moet ons, na het hiervoren vermelde, verborgen blijven. Er is dan ook niet de geringste reden, tandenknarsend op te zien naar Dordrecht, Leiden en Rotterdam. De scholen van die steden behoeven geenszins ouder te zijn; ze komen slechts vroeger dan de onze in de overgeleverde oorkonden voor. A. E. Cohen (1) Dit artikel is het historische deel van een rede, gehouden op 14 december 1964 in de Doopsgezinde kerk, ter herdenking van het 575-jarig bestaan van het Stedelijk gymnasium te Haarlem. (2) Gedrukt: Groot charterboek der graaven van Hollandvan Zeeland en heer en van Vriesland door F. van Mieris, III (Leiden, 1755), p. 538541. (3) Gemeentearchief Haarlem, inventaris Enschedé I nr. 40, lade B. Gedrukt in Handvestenprivilegiënoctroyen aan de stad Haarlem en haar burgers verleend (Haar lem, 1751), p. 4647insgelijks, maar met kleine teks tafwij kingen, bij Van Mie ris, Charterboek III, p. 538. Deze oorkonde heeft kennelijk ten grondslag gelegen aan die waarbij graaf Albrecht op 22 september 1390 de school te Alkmaar over draagt a.wp. 570). (4) B. W. Hoffmann vermeldt in zijn Beknopte geschiedenis van het gymnasium te Haarlem (Haarlem, z.j.), uitgegeven ter herdenking van het vijhonderdjarig be staan, op p. 2 ten onrechte, dat Albrecht ,,aan de burgers van Haarlem het recht [gaf] om eene school op te richten". De bewoordingen van de aan dit werk toe gevoegde bijlage I, een uittreksel uit het charter van 6 december 1389 (p. 80), zijn hiermee trouwens in strijd: ,,is gegeven de scole binnen Hairlem,\ (5) NI. in 1964. (6) B. H. Slicher van Bath, De agrarische geschiedenis van West-Europa 5001850 (Utrecht, 1960), p. 39. (7) J. Fleckenstein, Die Bildungsreform Karls des Grossen (Bigge-Ruhr, 1953), p. 43—45.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1966 | | pagina 70