69
(9) W. Nolet P. C. Boeren, Kerkelijke instellingen in de middeleeuwen (Amster
dam, 1951), p. 316—320.
(10) A.w., p. 323, 328329.
(8) R. R. Vost, Scholen en onderwijs in Nederland gedurende de middeleeuwen (Utrecht,
1954), p. 19.
(11) H. W. Fortgens, Meesters, scholieren en grammatica; uit het middeleeuwse school
leven (Zwolle, 1956), p. 4546.
(12) Post, a.w., p. 31.
(13) Oorkondenboek van Holland en Zeeland ('s-Gravenhage, 19372), p. 80.
(14) Post, a.w., p. 3841Fortgens, a.w., p. 45. A. G. Jongkees, Staat en kerk
onder de Bourgondische hertogen 14251477 (Groningen, 1942), p. 271, 275.
(15) Oorkondenboek van Holland en Zeeland II (Amsterdam-'s-Gravenhage,
1873), p. 307.
(16) Leiden: Van Mieris, Charterboek II (Leiden, 1754), p. 345.
Rotterdam: a.w. II, p. 477 (vgl. p. 575 voor 1336).
Insgelijks Willem IV voor Delft in 1342: a.w. II, p. 662.
(17) Post, a.w., p. 3760; Fortgens, a.w., p. 47.
(18) Een aanloop naar dit streven kan men lezen in het charter van Willem III
van 1336, voor Rotterdam, waarin sprake is van voorziening in het schoolmeester
schap opdat „die kinderen niet versuymt en werden" (Van Mieris, a.w. II, p.
575).
(19) Bijzonderheden over deze ontwikkeling in diverse hoofdstukken van Alge
mene geschiedenis der Nederlanden II en III (Utrecht, 1950 1951).
(20) Men vergelijke J. Huizinga, Herfsttij der middeleeuwen (Haarlem, div. druk
ken) en F. W. N. Hugenholtz, Ridderkrijg en burgervrede (Haarlem, 1959).
(21) J. F. Niermeyer in Algemene geschiedenis der Nederlanden III, p. 113.
(22) Aldus A. Visser, Latijnse school en gymnasium te Alkmaar (z.pl., 1954), p. 9.
Zie echter Post, a.w., p. 60.
(23) Reeds vóór juli 1680 (J. B. Kan, Geschiedenis van het Erasmiaansch gymnasi
um (Rotterdam, 1884), p. 3).
(24) Hoffmann, a.w., p. 79.
Ter gelegenheid van de herdenking op 14 december 1964 werd aan alle leerlingen
een door n.v. Grafische inrichting Joh. Enschedé en zn. vervaardigde, door S. L.
Hartz ontworpen speciaaldruk van Schonaeus' gedicht „Ad puerum studiosum"
uitgereikt.