72 zaal" gereed, met haar fraai gestoken eiken betimmeringen en decoraties. Een rondlopende galerij met getraliede kasten was bestemd voor de boekerij. Boven elke kast was een medaillon aangebracht met het portret van een klassiek wijsgeer. Hal verwege de trap deden Directeuren een gedenkteken van Cararisch marmer plaatsen, ontworpen en gedeeltelijk ver vaardigd door de Amsterdamse beeldhouwer Jan Swart. Na diens overlijden wordt het eerst in 1794 voltooid door de beeldhouwer Asselbergh die voor zijn werk dat hij in de tuin van het fundatiehuis moest verrichten, een dagloon berekende van drie-en-een-halve gulden. Het monumentje bestaat uit een door een urn overtapte obelisk waaraan het portret van Tey- ler wordt bevestigd door een zwevend engelfiguurtje. Aan de voet van de grafzuil bevinden zich drie spelende kinderen met enige attributen van wetenschap en kunst. Wat verder in het trapportaal is een zwart marmeren gedenkplaat met een in het latijn gesteld opschrift ingemetseld, waaromheen in wit mar mer de aaneengebonden wapenschilden van Directeuren en hun secretaris, Coenraad Hovens3. Van hem en zijn opvolgers werd verlangd ,,een beproefde geoefendheijd en bedrevenheijd in het voeren van de pen en kundigheijd in de Latijnse en Franse talen". Het dak van de ovale zaal droeg een klein houten bouwsel in de wandeling door de Haarlemmers al gauw „het Koepeltje van Teyler" genoemd in gebruik als sterrenwacht. Op het plat van het Museum Teilerianum be vond zich een Camera Obscura die in de zomer van 1817 werd afgebroken omdat men er zich niet meer van bediende. De indeling en de opstelling der collecties in het museum was systematisch, wat op de 18de eeuwer een grote indruk moet hebben gemaakt4. Al spoedig kwamen de bezoekers, Haarlemmers en geïnteresseerden van buiten de stad en uit den vreemde, om de verzamelingen en de inrichting te zien. Bij het betreden van het fundatiehuis, dat tevens de enige toe gang vormde tot het museum, was men verplicht zijn hand tekening te plaatsen in het bezoekersboek. Eén der eerste be zoekers was de Amsterdamse koopman en kunstminnaar Pietro Antonio Bolongaro Crevenna, voorzaat van Z.K.H. Prins

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1966 | | pagina 74