76 een jaar later als boekenkamer ingericht, het benedenvertrek, nu de aquarellenzaal, wordt gebruikt als aula voor het houden van wetenschappelijke voordrachten. Op bepaalde bij regle ment vastgestelde uren is de bibliotheek voor het publiek toe gankelijk. Sinds 1826 worden ook dames toegelaten, maar aanvankelijk achtten Directeuren het gepast aan haar uitslui tend toegang te verlenen buiten de uren van openstelling. Sedert de aanvang van de 19de eeuw hebben Directeuren een begin doen maken met het verzamelen van schilderijen van levende meesters. Expositieruimte hiervoor ontbrak echter. In October 1837 werd besloten achter het museum een tweede vleugel te doen bouwen en deze te bestemmen „tot schilde rijenzaal, waarin het licht van boven zal komen". Nauwelijks twee jaar later, in Augustus 1839, heeft cle conservator der kunstverzamelingen, G. J. Michaëlis, de zaal (zie de afbeel ding) naar de smaak van die tijd ingericht. Tot de eersten die deze zaal in ogenschouw nemen, behoren twee hoogbejaarde lieden uit de kolonie Berbice, P. Prass, oud 99 jaar en W. ter Reehorst, oud 110 jaar. Geleerden van naam, vorsten, diplomaten, notabelen, maar ook kleine burgers en handwerkslieden komen naar Haarlem om in Teylers Museum een grote verscheidenheid van zaken te bezien en „met volle erkentenis te gedenken aan den lof- waardigen stichter", zoals eens een bezoeker onder zijn hand tekening schreef. Tot het plaatsen van hun handtekening wa ren niet alle bezoekers terstond bereid. Eén hunner wiens nieuwsgierigheid om Teylers instelling te bekijken het tenslotte won van zijn afkeer om te tekenen, schreef onder zijn signa tuur: „Mij gepersuadeerd om te moeten dit teekenen anders geweigerd mij toe te laten". In September 1848 stapt de Franse dichter en politicus Alphonse Marie Louis de Lamartine, in de Damstraat af. Hij „de gevallen god die zich de hemel bleef herinneren" was toen ambteloos burger. Na de om wenteling in Februari van dat jaar waarbij hij aanvankelijk tegenover het socialisme van Louis Blanc, de burgerlijke repu bliek redde, Minister van Buitenlandse Zaken geworden, bleek hij bij het uitbarsten van het Juni-oproer de volheid der Franse

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1966 | | pagina 78