80
Regentes haar leedwezen had te kennen gegeven dat wegens
Haar onmiddellijk vertrek naar de residentie het bezoek slechts
zoo kort had kunnen duren"12. Tijdens de korte rondwande
ling door het museum deed zich een klein incident voor. Een
ordonnance-ofïicier zette op zeker ogenblik de gelaarsde voet
op een plateau met gewichten dat werd vastgehouden door
een zeer sterke magneet. De zware metalen last stortte toen op
de vloer, wat onder het gezelschap enige opschudding verwekte.
Ofschoon de ganse dag een zeer grote mensenmenigte op de
been was geweest, had zich in de stad geen enkel ongeval of
ongeregeldheid voorgedaan. „Voor een niet gering deel",
schrijft de reeds geciteerde O.H.C., „hebben de goede maat
regelen door de politie genomen en heeft de houding van de
politie zelf daartoe bijgedragen. Waar zij nodig was, vond men
haar, en trad zij op met vastheid, kalmte en beleid".
Ruim vijfjaar later brachten de koninginnen incognito een
langdurig tweede bezoek aan Teylers museum. Dit viel tijdens
het burgemeesterschap van Jhr. Mr J. W. G. Boreel van Ho-
gelanden, een geboren regent die tot zijn dood in 1937 voor
de Haarlemmers „burgemeester" Boreel zou blijven. Samen
met de gemeente-secretaris Mr C. M. Rasch, ontving de Heer
Boreel, wederom op het station, in de ochtend van 14 Decem
ber 1897, de hoge gasten. Terstond na aankomst van de ko
ninklijke trein uit Den Haag vertrok men om 10 uur per rijtuig
langs Jansweg, Jansstraat, Klokhuisplein en Damstraat naar
Teylers Museum op het Spaarne. Over deze rit leest men in de
O.H.C.„Het hoofd der gemeente reed vóór in een coupé.
Hare Majesteiten hadden plaats genomen in een open hofrij-
tuig dat voor deze gelegenheid herwaarts was gezonden". Dan
volgde een landauer met het gevolg: een ordonnance-officier
(J. H. F. Graaf Dumonceau), een adjudant (Jhr. Mr O. D.
van der Staal van Piershil) en twee hofdames, de freules Van
Limburg Stirum en Van de Poll, de laatste door Koningin
Wilhelmina „een Nederlands medewerkster aan mijn opvoe
ding" genoemd13.
Aan het museum werden de koninginnen opgewacht door
de vijf directeuren van Teylers Stichting en, daar het bezoek