-82-
Nadat verversingen waren aangeboden, werd de terugreis
aanvaard. Een korte rondrit door de stad besloot dit koninklijk
bezoek.
Het beleid van Directeuren had zich van het ontstaan dei-
stichting af gekenmerkt door voortvarendheid en behoudende
vooruitstrevendheid. Beproefde nieuwe vindingen en moderne
zienswijzen en verworvenheden op menig terrein werden toe
gepast en overgenomen, beantwoordend aan het doel dat de
stichter voor ogen had gestaan. Zo notuleert Mr A. A. van der
Mersch, secretaris der Stichting en kantonrechter te Haarlem,
met gepaste trots: „Op 26 November 1900 is Damstraat 21
(fundatiehuis) op telephoonnummer 595 in gemeenschap ge
bracht met het Centraal Bureau der Nederlandsche Bell Tele
foon My. te Haarlem".
Reeds een jaar na zijn huwelijk met Koningin Wilhelmina
komt Prins Hendrik in gezelschap van zijn half-broer, Hertog
Johann Albrecht, naar Haarlem en wordt in Teyler ontvangen.
Ruim vijfjaar later 13 Maart 1907 komt de prins terug,
nu met zijn moeder Pïertogin Marie van Mecklenburg, gek
Prinses von Schwarzburg-Rudolstadt. Dit vorstelijk bezoek,
was het laatste dat Teylers Stichting, ook van een lid van het
Oranje-huis, ontving.
Vrijland
(1) Prof Dr. J. Q_. van Regteren Altena: Les dessins italiens de la Reine
Christine de Suède, in: Analecta Reginensia III, Nationalmusei skriftserie 13,
blz. 33, Stockholm 1966.
(2) Zijn vader, de directeur Willem van der Vlugt, maakte deel uit van de ge
heel op eigen kosten geëquipeerde erewacht die dienst deed bij de aankomst van
de Souvereine Vorst te Haarlem op 2 april 1814.
(3) Van 1802 tot zijn dood in 1817 bewoonde hij als eigenaar het Bloemendaal-
se „Hartenlust".
(4) J- H. van Borssum Buisman, in: Noord-Holland, 4de jg. nr 9 (sept 1959)
„Teylers Museum te Haarlem", blz. 184 e.v.
(5) Jb. Haerlem 1943, blz. 69 e.v.
(6) Brieven van, aan en over W. Borski I (1765—1814), blz. 55, Leiden 1943
(7) Memorie van Mr Johannes Enschedé (1785—1866) over het bezoek van
Keizer Napoleon I aan Haarlem, in 't bijzonder aan Teylers Museum.
(8) Thans zetel van het Provinciaal Bestuur van Noordholland.
(9o>M-,G. Wildeman, Nassau en Oranje-Nassau (1515—1897), Haarlem
loytf, blz. 117.