88 niet, wij noemden dat pleintje Het Keizerrijk en de lagere school die daar toen was heette ook Het Keizerrijk en de jon getjes die daar op school gingen waren ,,de jongens van het Keizerrijk". Die jongetjes waren natuurlijk precies even braaf en ondeugend als wij, zij hadden ons nooit iets „gedaan" en wij die jongens ook niet, maar we waren gezworen en volstrekt onverzoenlijke vijanden. Net echt. Er behoefde niets te gebeu ren o 1 het werd helemaal mis. Twee jongens b.v. die elkaar één of twee seconden te lang aankeken, ontlokte al een: „wat motje en voor je 't wist, stond het hele Keizerrijk in vuur en vlam en trokken de legerscharen van beide kanten onder de opwindende strijdkreet: hi-ha, hi-ha tegen elkaar op, woest zwaaiend met tassen, sportriemen en wat niet al. Ik herinner me de ontbranding van zo'n veldslag omdat een van mijn vrindjes tegen een keizerrijker gezegd had dat hij scheel was. De arme jongen was ook scheel, maar waarschijnlijk juist daar om was het een positieve casus belli. Zonder tussenkomst van onze concierge of die van het Kei zerrijk, kwam er maar moeilijk een einde aan of, ja, of de schoolbel moest plotseling aan het luiden gaan. Dan stoven alle helden snel de scholen in, maar om vier uur bij het school- einde laaide het nog wel weer eens op. Een van de grote nadelen van achterhok was dat onze moe ders of hun huispersoneel ons nog wel eens klein genoeg vonden om van school te gaan halen. Hoofden en directeuren van scholen die persoonlijkheden zijn, drukken altijd in vrij sterke mate hun stempel op een school en ook op Hupie's school was dat het geval, het onder wijs daar was van een bijzondere stijl. Een vroegere leerkracht aan die school heeft me eens met veel waardering over die on- derwijstrant gesproken met de bijvermelding dat na Hupie's weggaan in 1918 die trant spoedig totaal anders werd. Natuur lijk moeten zulke uitingen altijd met een korreltje zout geno men worden. Een nieuw hoofd, uiteraard meestal jonger, heeft zo gauw zijn nieuwe eigen stijl niet gevonden en de oudere leerkrachten wennen maar moeilijk aan dat nieuwe. Buitendien werd na Hubregtse het klasse-loze hoofd alsmede de concierge

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1966 | | pagina 90